id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19259 | bevel | bevel: bevel (Wijlre, ... ) | een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1 |
19258 | bevelen | bevelen: bevèèle (Wijlre, ... ) | iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1 |
19238 | bewerkelijk (zijn) | tijdrovend: tied rauvend (Wijlre) | niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18839 | bezadigd | gemoedereerd: gemodereerd (Wijlre) | zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19613 | bezem | bezem: beͅsəm (Wijlre), Zie tekening: 1 (links) bes-səm (Wijlre), keerborstel: Zie tekening:3 (rechts) kèr-buusj-təl (Wijlre) | bezem [RND] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1 |
19729 | bezemsteel | steel: štīəl (Wijlre) | bezemsteel [RND] III-2-1 |
19303 | bezig zijn | onder handen hebben: onger heng haobe (Wijlre) | werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4 |
21299 | bezoek | bezoek: bezeük (Wijlre) | de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1 |
21509 | bezoeken | bezoeken: kranke bezeuke (Wijlre) | een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1 |
18827 | bezorgd | zorgen hebben: sörg haobbe (Wijlre) | ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4 |