e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balorig stijfkop: stiefkop (Wijlre) niet naar raad willen luisteren [balorig, balsturig, netelig, kriemelig, balkjorig, koppig, kwaad] [N 85 (1981)] III-1-4
band reep: ręjp (Wijlre) In het algemeen de band die de houten duigen van een vat of kuip omspant en bijeenhoudt. De band is doorgaans van ijzer vervaardigd. Vroeger werden ook houten banden gebruikt. [A 19, 1a; monogr.] II-12
bandiet schoft: sjoef (Wijlre), smeerlap: sjmierlap (Wijlre) een gewelddadige schurk [bandiet, schobbert, schobbejak, deugniet, boelmaker] [N 90 (1982)] III-3-1
bang bangelig: benkelig (Wijlre), in de pits zitten: in de pitsj zitte (Wijlre) bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4
bangerik floepschijter: flupschieter (Wijlre) iemand die altijd bang is [bloodaard, coion, bangerik] [N 85 (1981)] III-1-4
barrevoets op blote voeten: u blu.ətə vø:t (Wijlre) blootvoets [RND] III-1-3
bazige vrouw veeg: vèèg (Wijlre) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: be̝ͅt (Wijlre) bed [RND] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen doorduwen: dao duje (Wijlre, ... ) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: bedelèèr (Wijlre) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1