id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
25152 | slecht weer, hondenweer | hengstenweer: wat é hingste wèèr (Wijlre), schrouw (weer): sjraw (Wijlre) | ruw en regenachtig, gezegd van het weer [lobbig, schouw] [N 81 (1980)] || slecht, gezegd van het weer [skeut, vut] [N 81 (1980)] III-4-4 |
22337 | slechte speler | kruk: kruk (Wijlre) | Een slechte speler [kruk]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
19355 | slechtgehumeurd (zijn) | knoterig: knotterig (Wijlre), krenterig: krinterig (Wijlre), kruttelig: krüttelig (Wijlre), krutteltig: krütteltich (Wijlre), krütteltig (Wijlre) | knorrig of boos zonder dat daar een geldige reden voor is [kummelijk, grimmig, gemelijk, gaperig] [N 85 (1981)] || slecht gehumeurd, een slecht humeur hebbend [druilig, miezig, dof, paf, chagrijnig] [N 85 (1981)] || uit zijn humeur, brommig, knorrig [miezerig] [N 85 (1981)] || uit zijn humeur, knorrig [gallig, gichtig, drollig, knorrig] [N 85 (1981)] III-1-4 |
22344 | slee | slee: sjlei (Wijlre) | Een voertuig op twee evenwijdige metalen of met metaal beslagen ribben dat glijdend wordt voortbewogen over ijs of sneeuw [slee, slet, nar]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
22345 | sleeën | sleen: sjleije (Wijlre) | Met de ijsslee rijden [narren, sleeën]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
17930 | slenteren | treuzelen: treuzele (Wijlre) | Wandelen: gemakkelijk en zonder zich in te spannen gaan (wandelen, kuieren, kachelen, tuinen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
17899 | slepen | slepen: sjlèèpe (Wijlre) | Slepen: iets zo voorttrekken dat het over of langs iets glijdt (slepen, staarten). [N 84 (1981)] III-1-2 |
24535 | sleutelbloem | kerkensleutel: kirke-sluetele (Wijlre) | sleutelbloem III-4-3 |
19801 | sleutelbos | bussel sleutelen: bössel sjluuətələ (Wijlre), sleutelring: mit sleûetele sjleûetelring (Wijlre) | Sleutelbos (afbeelding) [DC 14 (1946)] III-2-1 |
24952 | slib, rivierbodem | drijfzand: dríéfzand (Wijlre) | slib, geheel van de bodembestanddelen die door water worden meegevoerd of zich uit water hebben neergezet, wanneer het nog niet verhard is [slob,blets, blei] [N 81 (1980)] III-4-4 |