20525 |
flensje |
pannenkoekje:
pannekeukske (Q201p Wijlre)
|
flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17989 |
flets |
pips:
püpsj (Q201p Wijlre)
|
Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18912 |
flink; flinke persoon |
hel:
hel (Q201p Wijlre)
|
geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21345 |
fluisteren |
stilletjes kallen:
stillekes kalle (Q201p Wijlre)
|
fluisteren [DC 16 (1948)]
III-3-1
|
24782 |
fluitekruid |
wild moerenkruid:
wild moere kroet (Q201p Wijlre)
|
Fluitekruid (anthriscus sylvestris 50 tot 150 cm. De stengels zijn gegroefd en zijn hol, meestal onderaan behaard; de bladeren zijn tot 3-voudig geveerd, en zacht behaard, de omwindseltjes zijn 5-bladig; de bloemen zijn wit, zelden roze; de vruchten zij [N 92 (1982)]
III-4-3
|
22123 |
fluiten naar de duiven |
fluiten:
i fluite (Q201p Wijlre),
influiten:
i fluite (Q201p Wijlre)
|
Hoe noemt U het fluiten naar de duiven? [N 93 (1983)] || Kent U speciale lokroepen? Hoe luiden die? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
fonkelen:
fonkele (Q201p Wijlre)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
drinkgeld (Q201p Wijlre)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33528 |
framboos |
framboos:
framboos (Q201p Wijlre),
framboze (Q201p Wijlre)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
24315 |
fret |
fret:
fret (Q201p Wijlre)
|
Fret, een tam bunzingachtig diertje waamee de konijnen uit hun holen worden verdreven [N 94 (1983)]
III-4-2
|