e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijnandsrade

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringworm omloop: omloūp (Wijnandsrade) Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] III-1-2
ritsbeitel, kantbeitel kantbeitel: kant˱bęjtǝl (Wijnandsrade), kruisbeitel: krȳts˱bęjtǝl (Wijnandsrade), ritsbeitel: rets˱bęjtǝl (Wijnandsrade) Stalen beitel die dient voor het hakken van smalle groeven in metaal. De beitel heeft een enigszins speervormig toelopende punt, die smaller is dan het hechtgedeelte. Zie ook afb. 51. Volgens de invuller uit Q 121 diende de kruisbeitel om ijzer, klinknagels en lassen weg te kappen bij smalle gleuven. De beitel had een lengte die varieerde van 100 mm tot 250 mm. [N 33, 120; N 33, 111; N 33, 116; N 33, 117] II-11
robinia acacia: WLD  acacia (Wijnandsrade) De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)] III-4-3
rode aalbes miemer: De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  mimər (Wijnandsrade) aalbes [N 82 (1981)] I-7
roepen roepen: roopə (Wijnandsrade) op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] III-3-1
roest roest: rost (Wijnandsrade) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
ronde vijl, rattenstaart rattenstaart: ratǝštart (Wijnandsrade) Kleine, ronde, spits toelopende vijl. De ronde vijl wordt gebruikt voor het vijlen van gaten en gebogen oppervlakten. Zie ook afb. 102. [N 33, 94; N 64, 53e; monogr.] II-11
roodvonk roodvonk: roeëdvonk (Wijnandsrade) Roodvonk: epidemische, zeer besmettelijke ziekte waarbij het lichaam overdekt wordt met rode vlekken (roodjong, plan, St. Antonisvuur). [N 84 (1981)] III-1-2
roofvogel, algemeen roofvogel: raufvoëgel (Wijnandsrade) een roofvogel (klamper) [N 83 (1981)] III-4-1
rookvlees rookvlees: reuëkvleisj (Wijnandsrade) rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)] III-2-3