e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijnandsrade

Overzicht

Gevonden: 1089
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuntelen stuntelen: sjtuntələ (Wijnandsrade) moeizaam met iets bezig zijn zonder veel te vorderen [haspelen, stuntelen, frotten] [N 85 (1981)] III-1-4
suikerbrood, ringhoorn rekmal: rękmal (Wijnandsrade), zetmal: zętmal (Wijnandsrade) Een afgeknotte kegel van gegoten ijzer die wordt gebruikt bij het rond en taps smeden van (wiel)banden. Zie ook afb. 27. [N 33, 54] II-11
suikerklontje klotje: klötjə (Wijnandsrade) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] III-2-3
sukkelen sukkelen: sukkələ (Wijnandsrade) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
taal spraak: sjproäk (Wijnandsrade), taal: taal (Wijnandsrade) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
tabakspruim pruim: proem (Wijnandsrade), sjiek: sjiek (Wijnandsrade) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap zever: zèver (Wijnandsrade) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tak van een geslacht familie: familie (Wijnandsrade) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: WLD  kroeën (Wijnandsrade) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
taxus taxus: WLD  taxes (Wijnandsrade) De taxus; heeft platte, kortgesteelde naalden, aan de bovenzijde zijn de naalden heel donkergroen; naalden en takken bevatten een vergiftige olie; paarden en vee sterven er snel aan; heeft opvallende bessen (ijf, venijnboom). [N 82 (1981)] III-4-3