33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
schedel:
sxē.gǝl (P044p Zelem)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
33454 |
vertikale paal in een poort |
middenstijl:
midǝstē̜ ̞l (P044p Zelem)
|
Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c]
I-6
|
21653 |
vervaldag |
bamis:
ps. omgespeld volgens Frings.
boͅməs (P044p Zelem)
|
betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21665 |
verzetten |
verzetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərzeͅtə (P044p Zelem)
|
Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23312 |
vespers |
vespers (<lat.):
də vɛspəs (P044p Zelem)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
žəle. (P044p Zelem)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18533 |
vestzakje |
gilettas (<fr.):
žəleteͅs (P044p Zelem)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34054 |
vet te mesten stierkalf |
vette mutten:
vętǝ mø̜tǝ (P044p Zelem)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a]
I-11
|
34070 |
vet te mesten vaars |
vette vaars:
vętǝ vē̜i̯ǝs (P044p Zelem)
|
[N 3A, 75c]
I-11
|
34071 |
vetkoe |
vetkoe:
vęt[koe] (P044p Zelem)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|