e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zelem

Overzicht

Gevonden: 2292
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klompschoen klonkschoen: klunksxuwn (Zelem) klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
kloven kloven: klōvə (Zelem) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
kluit aarde klot: klot (Zelem) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knabbelen knabbelen: knabələ (Zelem) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knecht knecht: kneͅXt (Zelem) knecht [ZND m] III-3-1
knecht, algemeen knecht: knęxt (Zelem) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knie knie: kni (Zelem), knɛ.i (Zelem) knie [N 10b (1961)], [RND] III-1-1
knieband voor een stier of kalf knieband: knibān (Zelem) IJzeren, soms houten beugel of ring aangebracht ter hoogte van de knie, meestal met een touw om de horens. Deze knieband wordt bevestigd om de koeien los te kunnen laten lopen en tevens ze in bedwang te kunnen houden. [N 3A, 14c; monogr.] I-11
knikkebenen kwakkelen: kwakələ (Zelem) lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)] III-1-2
knikker scheut: schø͂ͅt (Zelem) Knikker. [ZND m] III-3-2