27074 |
praam |
proom:
prōm (P177p Zepperen)
|
Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.]
I-10
|
21006 |
prei |
poor:
poor (P177p Zepperen, ...
P177p Zepperen),
pooər (P177p Zepperen, ...
P177p Zepperen)
|
[ZND 05 (1924)] [ZND 15 (1930)]
I-7
|
22687 |
prent(je) |
beeld(je):
i-je schoown biel`je (P177p Zepperen),
i-je schoown bieltje (P177p Zepperen),
ə schauw biltjə (P177p Zepperen)
|
Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
29943 |
priemen |
priemen:
primǝ (P177p Zepperen)
|
De twee pennen aan de uiteinden van het metselkoord waarmee het tijdens het metselen wordt vastzet. De priemen worden ook gebruikt om het koord na gebruik op op te rollen. Zie ook afb. 4. Volgens de invuller uit Q 121c worden thans met de toepassing van profielen geen priemen meer gebruikt. In P 176 noemde men het spannen van het metselkoord met behulp van de priemen: 'de koord opsteken' ('dǝ kōt˱ ǫpstēkǝ'). In L 291 gebruikte men geen priemen, maar zette men het metselkoord met behulp van vierduimse spijkers vast. [N 30, 14b; monogr.]
II-9
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pr`ɛ:s (P177p Zepperen)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pekdruǝt (P177p Zepperen)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
dop (P177p Zepperen)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)]
III-3-2
|
28551 |
propolis |
voorwas:
vø̜jrwās (P177p Zepperen)
|
Harsachtige stof waarmee de werkbijen alle openingen en naden van hun woning dichtkitten tegen tocht, kou en waterdamp. De propolis wordt ook gebruikt om te effenen en raten te versterken. De werksters halen deze stof uit bloemknoppen en harsdruppels van naaldbomen. Zelfs verf, teer of asfalt kunnen er de grondstof voor zijn. [N 63, 53a, N 63, 53b; Ge 37, 141; monogr.]
II-6
|
22310 |
proppenschieter |
klots:
klots (P177p Zepperen, ...
P177p Zepperen)
|
Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
sxāp (P177p Zepperen)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|