e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zepperen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vieren vieren: gəvi:rt (Zepperen) gevierd [RND] III-3-2
vijf centiem knabje: ə knäpkə (Zepperen), solletje: ə səlləkə (Zepperen), meer gebruikelijk  ə søͅləkə (Zepperen) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwart: ə kowaərt (Zepperen), kwartje: ə kwōͅrtjə (Zepperen) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vinger vinger: viŋər (Zepperen) vinger [RND] III-1-1
vink botvink: botfenk (Zepperen) vink III-4-1
violier flier: flier (Zepperen), violier: flier (Zepperen), flīr (Zepperen) Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)] I-7, III-2-1
viooltje fletje: fletje (Zepperen) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
vlaai met deegdeksel taart: touert (Zepperen), toèrt (Zepperen) een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] III-2-3
vlaamse gaai blauwe hanno: blauwe hennôw (Zepperen) gaai III-4-1
vlaggen rissen: ręjs (Zepperen) Plaggen of zoden die als nokbedekking worden gebruikt. Tegenwoordig wordt de nok vooral afgedekt met behulp van vorstpannen. Zie ook het lemma 'Vorstpan' in wld II.8, pag. 86. [N F, 9; N 4A, 34b] II-9