e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zepperen

Overzicht

Gevonden: 2267
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  joenk (Zepperen), jôenk (Zepperen) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen pieper: peipər (Zepperen), vlug: vløch (Zepperen) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: dy.vəlshuər (Zepperen), stoppelen: stòpələ (Zepperen) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong van een dier jong: juŋk (Zepperen) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong van een rund jong: jūŋk (Zepperen) [N 3A, 4] I-11
jong varken kurre: kørǝ (Zepperen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans jonge gans: juŋ gās (Zepperen) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Zepperen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Zepperen, ... ), cf. WNT s.v. "jong (II) - jonk"3. kind of jeugdig persoon van het mannelijk geslacht  jonk (Zepperen, ... ) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles knechtje: knɛxskǝ (Zepperen) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6