e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zie mijnen

Overzicht

Gevonden: 436

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druk druk: drøk (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]) Algemeen gebruikte benaming voor de druk in het gesteente. [monogr.; N 95, 524; N 95, 357; N 95, 385; N 95, 843; N 95, 324; Vwo 292] II-5
drukker, veer klep: klep (Zie mijnen  [(Winterslag)]  [Beringen, Zolder]), ressort: ressort (Zie mijnen  [(Zwartberg)]  [Domaniale]), veer: veer (Zie mijnen  [(Houthalen / Waterschei / Eisden)]  [Winterslag]), vlim: vlim (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder)]  [Zwartberg]) Een op het handvat van de luchthamer aangebrachte veer die de inlaat van de perslucht en dus ook de werking van de hamer regelt. "De plaats van de veer op het handvat is zodanig gekozen dat de drukking van de handpalm, wanneer ze het handvat omklemt, de veer vanzelf indrukt" (Defoin pag. 52). [monogr.] II-5
dubbelkettingtransporteur pantser: pantser (Zie mijnen  [(Zolder / Zwartberg / Winterslag / Waterschei)]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), pantsǝr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg, Waterschei]), pantsergoot: pantsǝrgōt (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]), pantserketting: pantserketting (Zie mijnen  [(Beringen / Houthalen / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), pantsǝrkęteŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Transportinrichting voor hellend en dalend vervoer van kolen, stenen en materiaal. "Het bestaat uit een lange stilstaande ijzeren goot met omgeplooide zijden, in deze zijden zijn er twee kettingen die langs onder terugkeren. Deze twee kettingen zijn verbonden met schraapijzers die de losgemaakte kolen meenemen. De pantser wordt automatisch tegen het voortschrijdend front geschoven door persluchtcylinders. Het toestel is betrekkelijk nieuw" (Vanwonterghem pag. 169). Het woordtype "pantser" is terug te voeren op het feit dat het apparaat gewoonlijk als zijwanden een paar stevige ijzeren platen heeft. De transporteur kan als geleiding dienen voor een schaafploeg (zie het lemma Koolploeg, Koolschaaf). De woordtypen "gusto", "beien" en "prünte" duiden de fabrikanten van de apparaten aan. De dubbelkettingtransporteur vertoont enige gelijkenis met de schraapgoot. Daarom is een aantal opgaven uit dit lemma terug te vinden in het lemma Schraapgoot. [N 95, 657; N 95, 604; monogr.; Vwo 581; Vwo 582; Vwo 583] II-5
dwarskap béle de chassage: bēl dǝ šasās (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg, Waterschei]), béle montante: bēl mõ̜tãtǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg]), dwarsbeel: dwarsbeel (Zie mijnen  [(Winterslag)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), dwarsbēl (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), dwarskap: dwarskap (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]), haladje: halatš (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg, Eisden]), traverse-beel: travɛrsǝ bēl (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Waterschei]), trávɛrs bēl (Zie mijnen  [(Waterschei)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Kap die in de dwarsrichting van de pijler of de mijngang wordt geplaatst. De dwarskap is extra versterkt en bestaat uit twee elementen. Zij wordt gelegd op de plaats waar vanuit een steengang een galerij wordt begonnen. Zij moet extra stevig zijn omdat, al naar gelang de hoek die de galerij ten opzichte van de steengang maakt, één of meer kappen van de galerij met één uiteinde op de dwarskap rusten. [N 95, 303; monogr.; Vwo 105; Vwo 297; Vwo 299; Vwo 352; Vwo 792] II-5
dwarsligger bille: bel (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), dwarsligger: dwarslegǝr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]), sousguide: sugit (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Winterslag, Waterschei]), travers: travę̄r (Zie mijnen  [(Eisden)]  [Maurits]) Houten of ijzeren dwarsligger waarop de spoorstaven worden bevestigd. De vormen "sousguide" en "travers" worden in de Belgische mijnen voornamelijk ondergronds gebruikt, terwijl men bovengronds meestal van "bille" spreekt (Vanwonterghem pag. 202). [N 95, 709; monogr.; Vwo 132; Vwo 300; Vwo 722; Vwo 790] II-5
dynamiet dynamiet: dinamit (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Springstof met nitroglycerine als grondstof. Dynamiet wordt vooral gebruikt om zeer harde steenlagen los te maken. [N 95, 422; N 95, 419; monogr.; Vwo 301] II-5
een boring beginnen boorloker aanzetten: bōrlø̜xǝr āzętsǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), bōrlø̜xǝr āzętǝ (Zie mijnen  [(Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II]) Beginnen met het maken van boorgaten. Daarbij werd de boorstang door een tweede man even met de hand tegen het gesteente gedrukt totdat een klein gaatje was geboord. Dit om te voorkomen dat de op een boorzuil gemonteerde boorhamer afketste tegen het harde gesteente. [monogr.] II-5
een hellingshoek aanhouden afvaren: āfvāre (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Eisden]) Een bepaalde hellingshoek naar beneden aanhouden bij de aanleg van bijvoorbeeld een steengang. [monogr.; N 95, 856; div.] II-5
een koollaag aansnijden, aantreffen aantreffen: ātrɛfǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), aanvaren: āvārǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia)]  [Julia]) Een steenkoollaag aantreffen. [monogr.; N 95, 172] II-5
een koollaag blootleggen afdekken: af˱dękǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]), blootleggen: blōtlęgǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Winterslag, Waterschei]) Een steenkoollaag toegankelijk maken door het wegnemen van de bedekkende laag of lagen. Volgens een invuller uit Q 121 gebeurt dit door het drijven van toe- en afvoerwegen. [N 95, 172; Vwo 35; Vwo 143] II-5