e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K361p plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mevrouw madam (<fr.): Pierreke, gift Madam ins e schoen henneke (Zolder), Piet, giëf medame is e schoen henneke (Zolder) Piet (Arie), geef madame nu eens een schoon handje [ZND 44 (1946)] III-3-1
miauwen miauwen: miauə (Zolder) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middag (s middags) marg: marg (Zolder), middag: middag (Zolder), noen: nuen (Zolder) middag [ZND 38 (1942)] III-4-4
middagdienst, late dienst middagpost: medaxpǫst (Zolder  [(Zolder)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), twee-urenpost: twi-ȳ.rǝpǫst (Zolder  [(Zolder)]   [Eisden]) De werktijd van ''s middags 2 uur tot ''s avonds 10uur. Volgens Defoin (pag. 209) wordt de namiddagdienst in de pijlers waar de kolenwinning tijdens de morgendienst geschiedt, besteed aan het verplaatsen van de installaties en de nachtdienst aan de dakbreuk. In die waar de kolenwinning tijdens de namiddagdienst geschiedt, verricht men de verplaatsing van de installaties in de nachtdienst en de dakbreuk in de volgende morgendienst. Voor de middagdienst had men, volgens de informant van Q 15, een driekantige penning. Zie ook het lemma Controlepenning. [N 95, 117; monogr.; Vwo 509; Vwo 510; Vwo 807] II-5
middellangeafstandsvlucht frankrijkvlucht: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  de Fra.nkrèkvluchte (Zolder) middellange afstandsvlucht (tussen 100 en 300 km)? [N 93 (1983)] III-3-2
middelste kegel koning: de keuning (Zolder), negenman: negeman (Zolder), varken: verken (Zolder), Et vé.reken óót de kuu (hok) gòje: alleen de middenste kegel omgooien.  vé.reke (Zolder) 2. Middenste kegel. || Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)] III-3-2
middelvinger middenvinger: middenvinger (Zolder), (j. Vgl. mits (midden), in e mits (in het midden).  middevinger (Zolder) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, middelste vinger, langeman, lang(st)e vinger). [N 106 (2001)] III-1-1
middendeel van het paard pens: pɛ.ns (Zolder) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
middennaafbanden dombanden: dombān (Zolder) De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.] II-11
middenrif middel: ne middel (Zolder), middelrif: (j.)  middelrif (Zolder), middenrif: middenrif (Zolder) Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middenrif, middelrif, middelvlies). [N 106 (2001)] III-1-1