| 18264 |
mouw |
mouw:
mouw (K361p Zolder),
moͅu (K361p Zolder),
mǫw (K361p Zolder)
|
de mouw [N 59 (1973)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW]
II-7, III-1-3
|
| 29063 |
mouwkop |
kop:
kǫp (K361p Zolder),
mouwkop:
mǫwkop (K361p Zolder)
|
Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128]
II-7
|
| 29070 |
mouwomslag, manchet |
manchet:
mǝšęt (K361p Zolder),
omslag:
omslāx (K361p Zolder)
|
Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW]
II-7
|
| 28903 |
mouwplank |
kussen:
kø̄sǝn (K361p Zolder),
persplank:
pǫrspla.ŋk (K361p Zolder)
|
De mouwplank gebruikt men voor het openpersen van de mouwnaden; zij wordt daartoe in de mouwen gestoken. De informant van L 416 zegt een mouwplank met één poot te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ. Zie afb. 16.' [N 59, 19d]
II-7
|
| 29066 |
mouwsplitje |
slipje:
sløpkǝ (K361p Zolder),
sous-patte:
sǝpat (K361p Zolder)
|
Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a]
II-7
|
| 29069 |
mouwvoering aannaaien |
(de) voering aannaaien:
vojǝreŋ ã.nɛ̄n (K361p Zolder),
vuǝreŋ ānnɛ̄n (K361p Zolder)
|
De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127]
II-7
|
| 33767 |
muil |
muil:
molj (K361p Zolder)
|
Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b]
I-9
|
| 26147 |
muilband |
domband:
dǫmbant (K361p Zolder),
snuitband:
snǭ.t˱ba.nt (K361p Zolder)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
| 34223 |
muilkorf voor kalveren |
muilkorfje:
mālkørfkǝ (K361p Zolder)
|
De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e]
I-11
|
| 17872 |
muilpeer |
slag op de smoel:
Plat
slag op ou smul (K361p Zolder),
slag op het bakkes:
Plat
slag op ou bakəs (K361p Zolder),
slag op het wezen:
Normaal
slag op ou wezən (K361p Zolder)
|
hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|