31598 |
hoefijzer |
hoefijzer:
huf˱ē̜.zǝr (K361p Zolder)
|
IJzeren hoefbescherming, meestal in de vorm van de onderrand van de hoef. Het hoefijzer wordt doorgaans met behulp van hoefnagels aan de hoef bevestigd. Zie ook afb. 221 en het lemma ɛhoefijzer met speciale vorm of uitrustingɛ.' [N 13, 84; N 33, 352; L 35, 104; L 27, 6 add.; JG 1a; JG 1b; monogr.; Vld.]
II-11
|
31609 |
hoefmes |
mes:
mɛs (K361p Zolder)
|
Het mesachtige werktuig waarmee de paardenhoef wordt bijgesneden en gereinigd alvorens het nieuwe hoefijzer wordt geplaatst. Zie ook afb. 228. Invullers uit L 165 en L 213 gebruikten een tang om hoorn van de hoef af te knippen. [JG 1a; JG 1b; N 33, 363-365; monogr.; N 33, 181]
II-11
|
31178 |
hoefsmid |
smid:
smē.t (K361p Zolder)
|
Smid die hoefijzers smeedt en paarden beslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen het lemma "smid". [N 33, 2; monogr.; JG 1a; JG 1b]
II-11
|
31592 |
hoefstal, noodstal |
hoefstal:
hufst ̇al (K361p Zolder)
|
Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
II-11
|
22871 |
hoekschop |
corner (eng.):
Eng. corner.
kórner (K361p Zolder)
|
Hoekschop.
III-3-2
|
22358 |
hoepel |
reep:
riep (K361p Zolder),
ring:
ne ri.nk (K361p Zolder)
|
[SND (2006)]Reep: houten hoepel, wiel, later fietswiel zonder spaken.
III-3-2
|
22359 |
hoepelen |
repen:
Vero.
riepe (K361p Zolder),
ringlopen:
ri.nkloepe (K361p Zolder),
Sub ri.nk, (1).
ri.nkloepe (K361p Zolder)
|
[SND (2006)]Hoepelen. || Hoepelen: de hoepel met een stok voortdrijven.
III-3-2
|
34619 |
hoepels van de huifkar |
repen:
ripǝ (K361p Zolder)
|
Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99]
I-13
|
18258 |
hoge hoed |
buis:
bøys (K361p Zolder)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20448 |
hoge hoed bij begrafenis |
buis:
bøys (K361p Zolder)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-2-2
|