e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ketelhuis soufrerie: sofri (Zolder  [(Zolder)]   [Winterslag, Waterschei]) Plaats waar de stoomketels van de mijn zich bevinden. Zij produceren stoom voor de aandrijving van generatoren en persluchtcompressoren. [N 95, 17; monogr.] II-5
ketelmuziek ketelmuziek: (de) kee.telmezīē.k (Zolder), kee.telmezîe.k (Zolder) het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt] [N 112 (2006)] || Ketelmuziek, oorverdovend lawaai met potten en pannen, aanvankelijk bij huwelijk van weduwe of weduwnaar, later hoofdzakelijk als reactie op het uitblijven van een tráktao.sie vanwege de trouwers. III-3-2
kettingeg, weide-eg ketting[eg]: kęteŋ[eg] (Zolder) De kettingeg bestaat uit een vier-, soms driehoekig raam of slechts uit een losse voor- en achterbalk, waartussen kettingen gespannen zijn. Aan deze kettingen zijn korte en lichte tanden bevestigd. Zie afb. 13 en 14. Met de kettingeg wordt voornamelijk licht werk verricht. Het bekendst is het gebruik als weide-eg. Men bewerkt de weide met de kettingeg om de grasmat luchtiger te maken, om mest te verspreiden en molshopen te slechten. Men kan de kettingeg ook gebruiken om gerooide en in panden gelegde suikerbieten van de aanklevende aarde te ontdoen. Soms wordt met de kettingeg ook akkerland bewerkt. Van enige termen aan het einde van het lemma vindt men de plaatselijke varianten in het lemma ¬¥akkersleep, weidesleep¬¥ vermeld. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a + 1b + 2c; A 13, 16b; A 40, 10; N 11, 72e + 71 add.; N 11A, 163a + 181f; N 14, 81 add.; N J, 10; N P, 18b; monogr.] I-2
keuring prijskampkeuring: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  prèè.ska.mpkeuring (Zolder) Hoe noemt men een competitieve keuring van duiven, waaraan prijzen verbonden zijn? [N 93 (1983)] III-3-2
keurmeester duivenkeurder: douvekeurder (Zolder), keurder: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  keurder (Zolder) Duivenkeurder. || Hoe heet de man die daar de duiven keurt? [N 93 (1983)] III-3-2
kibbelen meuteren: vgl. WNT: meutelen - daarnaast meuteren, 1. Pruttelen, zeuren, b.v. van kinderen.  zə zən wer ant motərən (Zolder), stechelen: ze z⁄n wier aen ⁄t steekelen (Zolder) Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen schieten: sxītǝ (Zolder) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kien! kien: kien (Zolder, ... ), NB kienbùlleke: kiendopje (bij kienspel  kien (Zolder) 1. Kien! Bingo! Uitroep bij het kienspel om aan te geven dat men de 5 nummers op een rij heeft. || Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)] III-3-2
kienen kienen: kiene (Zolder, ... ), kienspel: kienspeel (Zolder), kienspel (Zolder) Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)] || Kienen. III-3-2
kikker kwakvors: kwakfoͅrs (Zolder), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvors (Zolder) kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND] III-4-2