| 24209 |
meerkoet |
bleshen:
bleshin (K361p Zolder)
|
meerkoet
III-4-1
|
| 21273 |
meester |
meester:
Heje huld veul va vaijer en moeijer, va Pa en Moe, van Nonk en Tant, va Miester en boerman, vanne tummerman (K361p Zolder),
hij hodt veul va Vajer, va moejer, va Pā en va moeier, va nonk en tant, van ne mièster en geboer, van ne timmerman (K361p Zolder),
mistər (K361p Zolder)
|
(school)meester [RND] || Hij houdt veel van Vader en Moeder, van Pa en Moe, van Oom en Tante, van Meester en Buurman, van den Timmerman [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
| 28066 |
meester-opzichter |
chef-porion:
šɛf-pǝrjõ̜n (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Eisden])
|
Op elke verdieping is een chef-opzichter of meester-opzichter aangesteld. Hij voert het bevel over de opzichters. [N 95, 127; monogr.; N 95, add.; Vwo 235]
II-5
|
| 28006 |
meesterhouwer |
eerste ouvrier:
īstǝn uvri (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zwartberg])
|
Leider van een groepje arbeiders. Hij heeft veelal het toezicht over de nachtdienst. Volgens de informant van Q 15 kon de meesterhouwer toegevoegd worden aan een opzichter in de afdeling. Hij was dan meesterhouwer-hulpopzichter. Ook een vervoersregelaar-telefonist kon een meesterhouwer zijn. Zie ook het lemma Regelaar Vervoer. [N 95, 149a; monogr.; div.]
II-5
|
| 22496 |
meetje steken |
schraampje schieten:
Waarbij met muntstukken naar n limiet geworpen wordt; wiens muntstuk t dichtst bij de streep ligt, is winnaar. In het Oudhasselts Glossarium reeds als screme aanwezig.
schrémke schîe.te (K361p Zolder)
|
Naar het lijntje, de schreef werpen.
III-3-2
|
| 28868 |
meetlint |
lintmeter:
le.ntmiǝtǝr (K361p Zolder)
|
Een oprolbaar ± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69]
II-7
|
| 22458 |
mei |
mei:
Dá deun de métsers, da.n mòst er bie.r of zjenee.vel geschò.nke wië.re
de mee. (K361p Zolder),
Ook een dito versierde boom die omstreeks 1 mei op heet dorpsplein werd opgericht.
mee. (K361p Zolder)
|
[III]. 2. Vla. meiboom: met guirlandes versierde tak, die door de metselaars op een woning geplaatst wordt als het gebint klaar is. || de tak, struik of vlag die geplaatst wordt op huizen in aanbouw [N 112 (2006)]
III-3-2
|
| 22452 |
meiboom |
mei:
mee. (K361p Zolder)
|
[III]. 2. Vla. meiboom: met guirlandes versierde tak, die door de metselaars op een woning geplaatst wordt als het gebint klaar is. Ook een dito versierde boom die omstreeks 1 mei op heet dorpsplein werd opgericht.
III-3-2
|
| 33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māxt (K361p Zolder),
meisje:
mɛi̯sǝ (K361p Zolder),
mɛ̄sǝ (K361p Zolder)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
| 24331 |
meikever |
bijzap:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005
biezap (K361p Zolder),
predikant:
prizzekamp (K361p Zolder),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005
prizekamp (K361p Zolder)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|