24903 |
ochtend (vanmorgen |
middag:
và v\\r\\mérr\\ch àl": "middag"; Cf. WNT "voormiddag - voorde(n)middag (.......) Als bijw. ook in den vorm voorsmiddags (...) en als znw. in den vorm voorremiddag"; cf. WNT s.v. "veur"- zie "voor
vərəmérrəch (K361p Zolder),
ochtend:
deze murgen (K361p Zolder),
dezə mörgən (K361p Zolder)
|
s morgens) [RND], [ZND 39 (1942)]
III-4-4
|
22138 |
officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben |
vergunning:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
en vergunning (K361p Zolder)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de officiële toestemming van de gemeente om een duivenhok te hebben? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
eventjes:
effekes (K361p Zolder)
|
even [ZND 34 (1940)]
III-4-4
|
27863 |
ohmmeter |
ohmmeter:
ō.mmiǝtǝr (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Domaniale])
|
Apparaat voor het doormeten van schietleidingen. [N 95, 408; monogr.]
II-5
|
33558 |
okkernoot |
okkernoot:
hokkerneute (K361p Zolder)
|
I-7
|
23227 |
oksaal |
hoogzaal:
e schoen hogzaal (K361p Zolder),
ə sxun hugsal (K361p Zolder),
oksaal:
ne schūne oksaol me ne schŭnen örgel (K361p Zolder)
|
Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)]
III-3-3
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slā.x[molen] (K361p Zolder)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
23150 |
olifant |
olifant:
oo.lefa.nt (K361p Zolder)
|
Olifant.
III-3-2
|
17916 |
omarmen |
omarmen:
omarmen (K361p Zolder, ...
K361p Zolder),
omarmvollen:
(verouderend)
umé.levere (ne boem dië der bet oer twie érem nie kónt) (K361p Zolder)
|
Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
29086 |
omboorden |
afbiezen:
afbiezen (K361p Zolder),
ā.fbī.zǝ (K361p Zolder),
afboorden:
āfbō.rǝ (K361p Zolder)
|
Omboorden in het algemeen oftewel het insluiten van een rafelkant met een enkele of dubbele bies en in het bijzonder het met en lint afzetten van een colbert. [N 59, 86; N 62, 17; MW]
II-7
|