33901 |
rotstraal |
natte straal:
nātǝ struǫl (K361p Zolder),
rotte poot:
(mv)
rǫtǝ putǝ (K361p Zolder)
|
Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.]
I-9
|
20447 |
rouwsluier aan een hoed |
rouwband:
robant (K361p Zolder)
|
rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)]
III-2-2
|
21101 |
roux |
kunsel:
kunsel (K361p Zolder)
|
Hoe heet het met vet of boter bruin gemaakt meel, dat dient om soep of groenten klaar te maken (Fr. un roux) ? Un roux (composé de farine et de beurre roussi). [ZND 02 (1923)]
III-2-3
|
28078 |
roven |
ijzers trekken:
ę̄.zǝrs trękǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Domaniale])
|
De ondersteuningen wegnemen uit het ontkoolde pand. Met de term "snoeien" duidt men volgens de invullers uit Q 15 en Q 113 op respectievelijk de mijnen Maurits en de Emma het geheel of gedeeltelijk doorsteken van houten stijlen aan. [N 95, 568; N 95, 544; N 95, 571; N 95, 355; monogr.]
II-5
|
28080 |
rover |
ijzertrekker:
ę̄.zǝrtrękǝr (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Eisden])
|
Mijnwerker die de ondersteuningen uit het ontkoolde pand verwijdert. Men noemt ze "rovers" omdat ze de stutten wegnemen of roven alhoewel ze hun "buit" in het pand nevens de transportinstallaties achterlaten ter beschikking van de houwers van de volgende ploeg. De benaming "mannetjesklopper" halen ze uit het feit dat ze de spie van de metalen schuifstempels - waarin men met wat verbeelding het silhouet van een ijzeren "mannetje" kan vinden - met een lange hamer uit haar slot kloppen, waardoor de stempel ineenschuift (Defoin pag. 101). [N 95, 569; monogr.; Vwo 269; Vwo 385; Vwo 390; Vwo 500; Vwo 672; Vwo 719]
II-5
|
21330 |
royaal |
gul:
ze hemmen oos gul hertelek ontvangen (K361p Zolder)
|
Ze hebben ons gul (hartelijk, vriendelijk, enz) ontvangen. [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
24524 |
rozenbottel |
hanenkul:
hanekul (K361p Zolder)
|
rozebottel [ZND 02 (1923)]
III-4-3
|
28372 |
rubber transportband |
riem:
rī.m (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zwartberg, Eisden])
|
Transportband, vervaardigd uit rubber. [N 95, 644; monogr.]
II-5
|
17767 |
rug |
rug:
pin in də røg (K361p Zolder),
rø̜x (K361p Zolder)
|
ik heb pijn in de lendenen (in de rug) [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9, III-1-1
|
32882 |
rug van het blad van de zeis |
rug:
rø̜x (K361p Zolder)
|
De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b]
I-3
|