29078 |
rugband |
band:
bānt (K361p Zolder)
|
De band achter in de (driedelige) rug van een colbert. Vergelijk de lemmata ɛplatstukɛ en ɛjukstukɛ.' [N 59, 92]
II-7
|
29076 |
rugsplit |
slip:
sløp (K361p Zolder)
|
De split in het verlengde van de rugnaad van een colbert. [N 59, 90b]
II-7
|
21936 |
ruien |
ruiven:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ruïve (K361p Zolder),
van duiven; van hoenders: reize, zoals bij honden en katten
ruive (K361p Zolder),
ruizen:
Opm. soms wordt het zo genoemd.
reize (K361p Zolder)
|
Hoe heet het volledig vernieuwen van het vederkleed? [N 93 (1983)] || veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 100 (1997)]
III-3-2, III-4-1
|
33367 |
ruif voor de koeien |
reep:
rip (K361p Zolder)
|
Naar aanleiding van de vraag naar de "verstelbare voerluiken" (2.2.20) werden ook benamingen voor een ruif gegeven. Een ruif met hooi voor de koeien kwam in de oude potstaal nog vaak voor (zie de foto van afbeelding 7 bij het lemma "potstal" (2.2.2), afb. 7); in de stallen met een koeienstand vindt men deze niet meer. Vaak is er alleen in de paardestal een ruif; zie het lemma en de kaart "paarderuif" (2.3.2). [N 5A, 37d]
I-6
|
17737 |
ruiken |
rieken:
rieken (K361p Zolder),
rikke (K361p Zolder)
|
Rieken: door middel van reukzin gewaarworden (rieken, ruiken) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
22380 |
ruilen (als spel) |
mangelen:
mángele (K361p Zolder),
Sub mángele.
(scheu.te) mángele (K361p Zolder),
ruilen:
Jonger.
ruilen (K361p Zolder)
|
(Knikkers) ruilen. || het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33750 |
ruin |
ruin:
rø̜i̯n (K361p Zolder)
|
Gecastreerde hengst. Als de veulens één à twee jaar zijn en de ballen voldoende gezakt en zichtbaar in de balzak zijn, worden zij gecastreerd. Een hengst van drie tot vijf jaar die om de een of andere reden op deze leeftijd nog gecastreerd wordt, wordt meestal gesneden hengst en niet ruin genoemd. [JG 1a, 1b; A 4, 2c; L 20, 2c; L 39, 43; N 8, 20 en 38; S 27; monogr.]
I-9
|
22753 |
ruiten in het kaartspel |
koeken:
kòke (K361p Zolder)
|
[I]. (Kaartspel). [Ruiten].
III-3-2
|
21937 |
ruitijd |
ruiftijd:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ruiftèè.t (K361p Zolder)
|
Hoe heet de tijd waarin de duiven verpluimen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17885 |
ruk |
rof:
ròf (K361p Zolder),
ruk:
ruk (K361p Zolder),
snok:
ne snók (K361p Zolder)
|
Ruk: snelle, korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snok, roets) [N 108 (2001)]
III-1-2
|