34576 |
spaak |
speek:
spik (K361p Zolder),
speken:
spikǝn (K361p Zolder)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|
32750 |
spade, spitschop |
graafschup:
grāf[schup] (K361p Zolder),
schup:
sxøp (K361p Zolder)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
22757 |
spanne |
spanne:
Knikkertermen als: dóbbel span, bie-span (ik verbied je te spannen), tik-én-span (bracht dubbele winst).
span (K361p Zolder)
|
Span: spanwijdte.
III-3-2
|
17963 |
spartelen |
spartelen:
spartelen (K361p Zolder),
spértele (K361p Zolder)
|
Spartelen: met de armen en benen heen en weer slaan (spartelen, spattelen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33904 |
spat |
spat:
spat (K361p Zolder)
|
Er zijn verschillende soorten spat. Een beenwoekering aan de voorknie, soms ter grootte van een vuist, noemt men voorkniespat, een harde verdikking aan de onder- of binnenzijde van het spronggewricht spat. De ziekte is ongeneeslijk en veroorzaakt veelal kreupelheid. Zie ook het lemma ''bolspat'' (7.27). Zie afbeelding 19. [A 48A, 54f; N 8, 90d, 90f, 90g en 90j]
I-9
|
22003 |
speciale lokroepen |
kom, kom, kom, kom, mannetje:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
kóm, kóm, kóm - kóm ménneke (K361p Zolder)
|
Kent U speciale lokroepen? Hoe luiden die? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spuwen:
spowə (K361p Zolder)
|
(speeksel uit)spuwen [RND]
III-1-1
|
23178 |
speelgoed |
speelgoed:
Ss. sub spee.l, vgl. spee.lgoetgewirke, -geweerke: speelgoedgeweertje.
spee.lgoet (K361p Zolder)
|
[Speelgoed].
III-3-2
|
22384 |
speelkaart |
kaart:
en kahrrt (K361p Zolder),
kao.rt (K361p Zolder),
/
koarte (K361p Zolder)
|
kaart [GTRP (1980-1995)] || Kaart. [Speelkaart.] || speelkaarten [SND (2006)]
III-3-2
|
21480 |
speelplaats |
koer (<fr.):
kôê.r (K361p Zolder)
|
2. Speelplaats.
III-3-1
|