e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zolder

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vissnoer lijn: en lein (Zolder) een touw met een of meer haken om vis te vangen [snoer, lijn] [N 112 (2006)] III-3-2
visvangst vangst: en vángst (Zolder) alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel] [N 112 (2006)] III-3-2
vlaamse gaai roeter: roeter (Zolder, ... ), rūter (Zolder) gaai || vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)] III-4-1
vlag vaan: vaen (Zolder), vaon (Zolder) vlag [ZND 17 (1935)] III-3-1
vlakke pijler platte taille: platǝn tęj (Zolder  [(Zolder)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Pijler met een hellingspercentage tussen 0 en 20 graden. [N 95, 284; monogr.; N 95, 287] II-5
vlechten vlechten: vlechten (Zolder) Vlechten. Lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 114 (2002)] III-1-1
vlechttwijgen wissen: wesǝ (Zolder) De twijgen die horizontaal door de vlechtlatten worden gevlochten. [N 4A, 53b; N 31, 45d; monogr.; div.] II-9
vlees- en spieraanzetting links en rechts op de borst kussens: køsǝs (Zolder) [N 8, 11; N 8, 31 en 32.2] I-9
vleeskoe vleeskoe: vliskōi̯ (Zolder) Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149] I-11
vleesmade, larve van de bromvlieg made: maai (Zolder), mai̯ (Zolder) made [ZND 38 (1942)] || made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2