20172 |
familie |
volk:
vb. het Moenskesfó.lek
et vó.lek (K361p Zolder)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
J[onger] voor et mezîe.k.
fanfaar (K361p Zolder),
muziek:
et mezīē.k (K361p Zolder),
mezîe.k (K361p Zolder)
|
2. Fanfare (de muzikanten als groep). || een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] || Fanfare.
III-3-2
|
22431 |
feest |
feest:
fiest (K361p Zolder),
het feest verliep zonder dat er een lied gezongen woord (K361p Zolder),
het fiest verluuf zonner dat ə lieke gezoongen woort (K361p Zolder)
|
Feest. || Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)]
III-3-2
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sint-maarten:
sint merten (K361p Zolder),
sinte-maarten:
sinte marte (K361p Zolder)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
22432 |
feesten |
feest houden:
fiest hoon (K361p Zolder),
feesten:
fieste (K361p Zolder, ...
K361p Zolder),
teren:
W.g. vero., z. wel nog tee.res.
tee.re (K361p Zolder),
vieren:
(kù.remùs) vie.re (K361p Zolder)
|
2. Feesten in verenigingsverband. || een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren] [N 112 (2006)] || Feesten.
III-3-2
|
22933 |
feesten add. |
een feest geven:
e fiest gië.ve (K361p Zolder)
|
een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
21127 |
fiets |
velo:
vulo (K361p Zolder, ...
K361p Zolder)
|
fiets [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
33837 |
fijngebouwd |
(het heeft) fijne pootjes:
fęi̯n pytǝkǝs (K361p Zolder)
|
Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c]
I-9
|
18648 |
flaphoed |
flaphoed:
flaphut (K361p Zolder)
|
flaphoed, slappe hoed met brede luifel [flambaar(hoed)] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20838 |
flauw |
flauw:
flauw (K361p Zolder)
|
flauw, smakeloos [RND]
III-2-3
|