| 20475 |
geslacht |
stam:
ne stam (K361p Zolder)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
| 17712 |
geslachtsdelen (alg.) |
affaire:
Vrouw
afféér (K361p Zolder),
ding:
di.nk (K361p Zolder),
gemacht:
gemécht (K361p Zolder)
|
geslachtsdelen in het algemeen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
een knopen:
Verouderd.
ien knòpe (K361p Zolder),
een onder hebben:
ien onner hémme (K361p Zolder),
nagelen:
Verouderd.cf. Schuermans s.v. "nichelen"(oud Leuvens naghelen in den Teuth. neghelen
nichele (K361p Zolder),
opeenkruipen:
óp ien kròò.pe (K361p Zolder),
poepen:
poepe (K361p Zolder),
rijden:
reije (K361p Zolder),
tjoeke-tjoek doen:
Bevrijdingswoord.
djoeke-djoek dōēn (K361p Zolder),
vogelen:
voo.gele (K361p Zolder),
volgieten:
vó.lgīē.te (K361p Zolder)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)]
III-2-2
|
| 34063 |
geslachtsrijpe koe |
leidvaars:
lēvē̜rs (K361p Zolder)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
| 34394 |
gesneden mannelijk schaap |
hamel:
hamel (K361p Zolder)
|
[N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.]
I-12
|
| 34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bę.rǝx (K361p Zolder),
bęrx (K361p Zolder),
bɛrx (K361p Zolder)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
| 18254 |
gesp |
gesp:
ən gàsp vør ən tə [treͅkə (K361p Zolder),
trekker:
treͅkər (K361p Zolder)
|
de gesp aan de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 33761 |
gespeend veulen |
veulen:
vø̄.lǝ (K361p Zolder)
|
Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b]
I-9
|
| 33428 |
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen |
dammer:
dāmǝr (K361p Zolder)
|
De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b]
I-6
|
| 18543 |
gestreepte broek |
fantasiebroek:
ən fàntəsibrok (K361p Zolder),
gestreepte broek:
gəstruptə brok (K361p Zolder)
|
de gestreepte broek van het jacquet [N 59 (1973)]
III-1-3
|