22504 |
grote knikker |
bol:
bol (K361p Zolder),
burgemeesterscheut:
bùr(e)gemiesterscheu.t (K361p Zolder)
|
Grote knikker. || Knikker: de grote (glazen of stenen). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
24165 |
grote lijster |
sjakker:
sjakker (K361p Zolder)
|
grote lijster
III-4-1
|
22141 |
grote mand met diverse onderverdelingen |
korf bet scheiding in:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ne kù.ref bè scheejen i.n (K361p Zolder),
korf bet separaties:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ne kù.ref bè supperao.tie(s) (K361p Zolder)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbele korf:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
nen dóbbele kù.ref (K361p Zolder)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22143 |
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden |
korf:
Opm. ne kù.ref: is verouderd.
de kùref (K361p Zolder),
mand:
Opm. enkelvoud: en maan.
maa.ne (K361p Zolder)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22675 |
grote trom |
grosse caisse (fr.):
dr gróskéés (K361p Zolder),
Fr. grosse caisse.
gróskèès (K361p Zolder)
|
een grote trom [trombol] [N 112 (2006)] || Grote, Turkse trom.
III-3-2
|
24857 |
grote weegbree |
wegebladeren:
wē̜gǝblǭr (K361p Zolder)
|
Plantago major L. Zeer algemeen voorkomend onkruid in akkers, tuinen en wegbermen, met breed-eironde, duidelijk generfde bladeren, die in een rozet vanuit de wortel groeien. Bovenaan de rechtopgaande stengel zit een langwerpige groene aar met bruine pluisjes. De plant wordt tot 50 cm hoog en bloeit van mei tot november. Bij de naamgeving worden de grote (of brede) en smalle weegbree (zie het lemma Smalle Weegbree) vaak niet van elkaar onderscheiden. Bij de volgende opgaven werd specifiek verneld dat ze op de grote betrekking hebben.
I-5
|
21508 |
grove stem |
grove stem:
un grove stem (K361p Zolder)
|
grove stem [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19103 |
guit, schalk |
pleziermaker:
pliermaker (K361p Zolder),
strop:
strop (K361p Zolder)
|
guit (grappenmaker) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18541 |
gulp van een broek |
gaar:
goar (K361p Zolder),
met lengteteken op de a
gàr (K361p Zolder),
schuurdeur:
schuurdeur (K361p Zolder),
sous patte (fr.):
səpàt (K361p Zolder)
|
dit split [N 59 (1973)]
III-1-3
|