e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinbonen labbonen: etym. (e.d.), zie boek  labboen (Zonhoven), WLD  labboenen (Zonhoven, ... ), paardsbonen: piártsboen (Zonhoven) Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)] || tuinboon I-7
tuinkers antwerps kruid: antwerps kraot (Zonhoven), z. L.J. p. 94  a.ntwé.rreps króó.ët (Zonhoven), cresson (fr.): WLD  kresson (Zonhoven, ... ), tuinkers: WLD  tuinkers (Zonhoven, ... ) tuinkers || Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)] I-7
tuinkervel kelver: kelver (Zonhoven), kervel: kervel (Zonhoven), körrevel (Zonhoven), køͅrvəl (Zonhoven), køͅrəvəl (Zonhoven), WLD  kervel (Zonhoven, ... ) [Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)] || Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)] I-7
tuinman, boomkweker hovenier: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  hovənīr (Zonhoven) [RND 08] I-7
tuit tuitel: Den teu.tel van ne kaa.fiepót: de tuit van een koffiepot  teu.tel (Zonhoven) tuit van een kan, waterketel e.d. III-2-1
turfhekken schuthekken: sxøthękǝ (Zonhoven) Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c] I-13
turfmolm molm: moləm (Zonhoven) [ZND 01 (1922)] I-7
tussenpersoon tussenpersoon: tussenpersoen (Zonhoven) een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)] III-3-1
tussenzool tussenzool: tussenzool (Zonhoven) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en die tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt. [N 60, 171a] II-10
tussenzool [wld ii.10, p. 40] tussenzool: tussenzool (Zonhoven) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt? (tussenzool?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3