e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdienen winst maken: winst maken (Zonhoven) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdieping verdiep: Wordt vaak wegelaten: Hië wooën¯t óp d¯ eu.ërste Dá¯s ¯n hóó.ës van drij verdiep(e): dat is een huis met drie verdiepingen  verdiep (Zonhoven) verdieping III-2-1
verdord dor: dóór (Zonhoven), WLD  dor (Zonhoven, ... ) uitgedroogd, dood || Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdriet; verdriet doen leed: liet (Zonhoven), lit (Zonhoven) leed [ZND 01 (1922)] || moeite, last, moeilijkheden, berouw, verdriet III-1-4
verdwenen foetsie: foetsie (Zonhoven), weg: weg (Zonhoven) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)] III-1-2
verf verf: vęrǝf (Zonhoven) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfbakje bak: bak (Zonhoven) Bakje voor verf. Het bakje is noodzakelijk bij het gebruik van een verfroller om de verf goed op de rol te kunnen aanbrengen. [N 67, 46b] II-9
verfkwast borstel: bǫrstǝl (Zonhoven) Haarbundel die met behulp van touw, een ijzeren ring of een ijzeren of koperen bus aan een steel bevestigd is. De verfkwast wordt gebruikt voor het opbrengen en uitstrijken van verf. Het haar is meestal varkens- of runderhaar, voor speciale doeleinden ook dassehaar, marterhaar of eekhoornhaar. De invuller uit Q 111 noemt bovendien ook nog visotterhaar en runderoorhaar, dat gebruikt werd voor kwasten voor fijn werk. [N 67, 30a; N 67, 32; monogr.] II-9
verflaag couche: kus (Zonhoven), couche verf: kūrs ˲vɛrǝf (Zonhoven), laag verf: lo ̞ǝx ˲vɛrǝf (Zonhoven) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrol rol: rǫl (Zonhoven) Rol, draaibaar aan een handvat bevestigd, om verf mee aan te brengen. [N 67, 46a] II-9