e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogdoek, theedoek handdoek: handdòk (Zonhoven) Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
droogstaan droogstaan: drȳ.xstōǝn (Zonhoven) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: dry(3)̄gdə (Zonhoven), dry(3)̄xt (Zonhoven), dry(3)̄xtə (Zonhoven) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
drop belga: Zwarte drop in de vorm van een vijffrankstuk  bé.lgá (Zonhoven), guimauve-tjes: witte drop: pâte de guimauve  giemóófkes (Zonhoven), trissap: tressap (Zonhoven), zie ook znd 1u,45a  treͅsap (Zonhoven), trissapmannetjes: trissapménnekes (Zonhoven), zjiep-je: zjiepke (Zonhoven, ... ) drop [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || een bepaald soort zachte drop || jujube || snoepgoed || Witte (gekleurde) drop || zwarte drop III-2-3
dropwater trissapwater: tressapwatər (Zonhoven), Water op zoethout getrokken  trissapwao.ëter (Zonhoven) dropwater [ZND 01u (1924)] || zoethoutwater III-2-3
druiventros wijndruiventros: wei̯əndry(3)̄vəntrōͅs (Zonhoven, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druk druk: druk (Zonhoven), drök (Zonhoven) druk || druk, bedrijvig III-1-4
druk heen en weer lopen rondtrippelen: ronddrippelen (Zonhoven) Bedrijvig heen en weer lopen (rondridderen, -rennen, rettereren). [N 109 (2001)] III-1-2
druk praten laweit maken: leweit maken (Zonhoven) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukknoop luiwijverknoop: leuwèè.ëverknoep (Zonhoven), pitser: afl. sub pitsen.  pitser (Zonhoven) *luiewijverknoop: vrijgezellenknoop, soort drukknoop (wordt in de gulp geknepen als er een knoop ontbreekt) || *pitser: drukknoopje III-1-3