e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duif, algemeen duif: douf (Zonhoven, ... ), doͅu̯f (Zonhoven) duif [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)] III-4-1
duif, overige soorten smerel: tamme witte duif gebruikt om te goochelen  smeərəl (Zonhoven), vleesduif: gekweekt om op te eten  vlizdoͅu̯f (Zonhoven), wild (subst.): weljt (Zonhoven) duif, soort || duif, wilde — || vleesduif III-4-1
duiken duikelen: en twa͂wətər dəkəln (Zonhoven), änt wa͂ter dökele (Zonhoven), plongeren (<fr.): De keeper plongeerde naar de bal.  ploṇžɛərn (Zonhoven), Fr. plonger.  plónzjeeëre (Zonhoven) In het water duiken. [ZND 33 (1940)] || Plongeren: *Duiken. || Plongeren: Duiken. III-3-2
duiker duiker: duiker (Zonhoven) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duin duin: duin (Zonhoven) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duits duits: døjts (Zonhoven) Duits [ZND 01 (1922)] III-3-1
duivel duivel: duvel (Zonhoven), dy(3)̄vəl (Zonhoven), heintje pek: h(tm)tjə peͅk (Zonhoven), pee sus: [sic]  pē søs (Zonhoven) De duivel (volksnamen). [ZND 01u (1924)] || De duivel [duvel, duuvel, deivel]. [N 96D (1989)] III-3-3
duiven doorsteken doorsteken: doo.ërstië.ke (Zonhoven) Doorsteken: *2. Een duif een grotere afstand laten afleggen, als men meent dat ze het aankan. III-3-2
duiven lossen lossen: Douve lósse: Duiven laten uitvliegen.  lósse (Zonhoven), Duiven lossen.  losə (Zonhoven) Lossen. || Lossen: **2. Loslaten. III-3-2
duiven melken melken: Duiven melken.  møləkə (Zonhoven) Melken. III-3-2