17887 |
een kuil graven |
dabben:
dabben (Q001p Zonhoven),
graven:
graven (Q001p Zonhoven)
|
Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
19112 |
een lastig karakter hebbend |
niet gemakkelijk:
das nie gemekkelijk (Q001p Zonhoven)
|
Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)]
III-1-4
|
22474 |
een list gebruiken |
brodden:
bruiden (Q001p Zonhoven)
|
Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20178 |
een miskraam krijgen |
omslaan:
omslòò.ën (Q001p Zonhoven)
|
een miskraam hebben
III-2-2
|
30090 |
een muur opmetselen |
(een muur) opmetsen:
ǫpmɛtsǝ (Q001p Zonhoven),
optrekken:
ǫptre ̞kǝ (Q001p Zonhoven)
|
Al metselend een muur laag na laag hoger maken. Een muur die zo werd opgetrokken werd in K 353 een 'muur in opbouw' ('mȳr en up˱bē̜jǝf') genoemd. Het resultaat was volgens een aantal invullers een 'volle muur' ('volǝ mȳr', K 353; 'volǝ myǝr', K 278; 'vǫlǝ mūr', Q 197, 197a; 'vol mūr' L 364). Zie voor de fonetisch niet gedocumenteerde vormen de lemmata 'Metselen' en 'Muur'. [N 31, 27; N 31, 32b; monogr.]
II-9
|
18273 |
een paar schoenen |
een paar schoenen:
ī pār sxūən (Q001p Zonhoven)
|
een paar schoenen [ZND 06 (1924)]
III-1-3
|
31607 |
een paard beslaan |
beslaan:
bǝslōǝ.n (Q001p Zonhoven)
|
Een paard van hoefijzers voorzien. Tijdens het beslaan wordt het paard in de hoefstal van de smidse geplaatst. De hoefsmid verwijdert eerst met behulp van de hoefhamer en de hoeftang het oude hoefijzer. Vervolgens bewerkt hij de hoef door middel van het hoefmes en de hoefrasp. Het nieuwe hoefijzer wordt gewoonlijk warm gepast. Daarvoor wordt het gelijkmatig donkerrood verhit en enige ogenblikken tegen de besneden hoef gehouden. Het ijzer moet overal dicht tegen de hoef passen; aan onverbrande plaatsen onder de hoef kan de smid zien dat deze nog met de hoefrasp moet worden bijgewerkt. Het ijzer wordt met hoefnagels aan de hoef bevestigd. De nagels worden daartoe eerst met behulp van de beslaghamer door de hoef geslagen. Dan worden de uitstekende uiteinden van de hoefnagels met de hoeftang tot op 3 mm afgeknepen. Het gedeelte van de hoefnagel dat nog uitsteekt, wordt vervolgens omgeslagen in een uitholling van de hoef die door middel van de onderkapper is gemaakt. Tot slot wordt de hoef soms nog met de hoefrasp bijgewerkt. [JG 1a; JG 1b; N 100, 17; monogr.]
II-11
|
17875 |
een pak slaag geven |
ferm aftuieren:
ferm âfgətö:rt (Q001p Zonhoven)
|
ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)]
III-1-2
|
17876 |
een pak slaag krijgen |
strepen krijgen:
strīp (Q001p Zonhoven)
|
hij zal strepen krijgen (een pak slaag) [ZND 07 (1924)]
III-1-2
|
28012 |
een pijler aantrekken |
(de taille) demarreren:
demarērǝ (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Een pijler in produktie nemen. Volgens een invuller uit Q 121 nam men op de Domaniale mijn een pijler in produktie aan het begin van een dienst. Dan werd namelijk het transportmiddel in bedrijf gezet zodat met de ontginning kon worden gestart. De zegsman uit L 417, die invult voor de mijnen in Waterschei en Zwartberg, maakt een onderscheid tussen "een pijler laten bollen" en "een pijler demarreren". Met de eerste term bedoelt hij het voorafgaand werk dat in de pijler wordt gedaan, terwijl hij onder de tweede verstaat het in produktie nemen van de pijler. [N 95, 200; monogr.; Vwo 14; Vwo 18]
II-5
|