e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een portret laten maken zijn portret laten maken: zɛ portret laoten make (Zonhoven), zijn portret laten trekken: zə pərtret la͂tə trekkə (Zonhoven) Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)] III-3-2
een priktol bovenhands uitwerpen een tik geven: tjiek geven (Zonhoven), een tik kappen: Z. ook o. *koningkappen en *pong.  `n tië.k kappe (hoo(ë)n) (Zonhoven), kampen: kampen (Zonhoven), kappen: WNT kappen I, I, B, 4 en C.V. id.  kappe (Zonhoven) (Gezegd bij het priktolspel) Een *tek kappen (gooien), d.i. met de prik (z. ook ald.) de priktol van een ander geheel of gedeeltelijk klieven. || Een harde puntslag van een priktol op een andere die ligt of draait [pramooi, pikadder, pug, peg, punk, piek, piko, keek, mok]. [N 88 (1982)] || een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen] [N 112 (2006)] || Kappen: *4. Met zijn tol een andere draaiende tol proberen te splijten. III-3-2
een rad optrekken binden: bęjǝnǝ (Zonhoven) In het algemeen een wielband om de velg van een karwiel leggen. Zie ook de lemmata ɛbandenhaakɛ en ɛtrekhaakɛ.' [N G, 46c; A 42, 17 add.] II-11
een riek mest rieksel (mest): reksǝl (Zonhoven) Een riek mest is de hoeveelheid mest die men in één keer met de riek kan opnemen. Die hoeveelheid is kleiner naarmate de mest meer verteerd is en daardoor gemakkelijker uiteenvalt. Van de termen die in dit lemma voorkomen, zijn er sommige (ook) van toepassing op een brok of klont mest: een aaneenklevende, weke massa goed verteerde mest. [N M, 12a; JG 1a + 1b + 2c; N 11A, 14; monogr.] I-1
een rozenhoedje bidden rozenkrans beden: roezekrans beeèn (Zonhoven), roezenkrans bieje (Zonhoven) Een Rozenhoedje bidden [de roozekrans bèèje, ziech der roeëzekrans beëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een ruit plaatsen inzetten: inzetten (Zonhoven) Een ruit in de sponning plaatsen en met behulp van kleine spijkertjes, glaspennen en stopverf vastzetten. [N 67, 90c; monogr.] II-9
een spel kaarten speelkaarten (mv.): speelkaart (Zonhoven), spel: Sub kaart.  een spel kaarten (Zonhoven), Sub spel, (1).  e spee.ël kao.rte (Zonhoven), Sub spel.  n spel kaarten (Zonhoven) [Een spel kaarten]. || Een spel kaarten [stok, spel, speul]. [N 88 (1982)] || Een spel kaarten. III-3-2
een te lange zwangerschap ezelsdracht: ee.ëzelsdrácht (Zonhoven) zwangerschap die langer duurt dan 9 maanden III-2-2
een tol op de hand laten draaien kokkernellen: kokkernellen (Zonhoven) Een tol op de hand laten draaien [scheppen, deinderen]. [N 88 (1982)] III-3-2
een verkoudheid hebben een klets hebben: ech həb nə klets (Zonhoven), een kou hebben: ech həb nə kā (Zonhoven), een wind hebben: ech həb nə went (Zonhoven), ech həp nə wēnd oͅp mən bōͅrst (Zonhoven) ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2