e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fortuin maken fortuin maken: hie zal foͅrtyn mḁ̄kə (Zonhoven), Hijè zal fortune maoken (Zonhoven) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fout in voetbal fool (<eng.): fōəl (Zonhoven) Fool (voetbal). III-3-2
framboos frambroos: frambrōwəs (Zonhoven), hennenbeer: hinnebeeren (Zonhoven), etym. (e.d.), zie boek  hinnebee.ër (Zonhoven), hennenbes: hinnebes (Zonhoven) framboos [ZND 34 (1940)] || hinnebes I-7
franje franje: franjes (Zonhoven), franjel: fra͂jlns (Zonhoven) bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] III-1-3
frankrijk frankrijk: viə həbən en frankrek gəzietn (Zonhoven), u van hubben als Fr. humble  Vije hubben ene Frankrek gezièten (Zonhoven) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
frater frater: steenkneuter  froͅətər (Zonhoven), steenkneuter: carduelis flavirostris  stinjknø̄tər (Zonhoven) frater III-4-1
frees rus: røs (Zonhoven) Een modern akkerwerktuig waarvan de aan-gedreven as voorzien is van een reeks messen, haken of tanden die in de grond hakken en deze fijn maken. [N 11, 72 add.; N 11A, 169b; N J, 10; div.; monogr.] I-2
fret fis: fis (Zonhoven), fret: putorius furo  frɛt (Zonhoven) fret || fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
frezen frezen: frē̜zn (Zonhoven) Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.] II-12
fronsen fronsen: fronsen (Zonhoven) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, fronselen, rimpelen). [N 106 (2001)] III-1-1