19049 |
gedachte |
gedacht:
gedàcht (Q001p Zonhoven),
gədàcht (Q001p Zonhoven)
|
gedachte
III-1-4
|
19248 |
gedenken; gedachtenis |
gedenken:
gedè.nke (Q001p Zonhoven),
gədèngkə (Q001p Zonhoven),
herinneren:
hérinnərn (Q001p Zonhoven),
rappeleren:
rappeleeëre (Q001p Zonhoven),
ráppəléərn (Q001p Zonhoven)
|
gedenken || gedenken, zich herinneren || herinneren || zich herinneren
III-1-4
|
19090 |
gedienstig |
gedienstig:
hie es gədinstech (Q001p Zonhoven),
van goede wil:
hije n van goeie wil (Q001p Zonhoven)
|
Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
24000 |
gedoopt worden |
gedoopt worden:
gedupt (Q001p Zonhoven)
|
Gedoopt worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17545 |
gedrongen persoon |
pochel:
pochel (Q001p Zonhoven)
|
Gedrongen, een gedrongen postuur hebben (gestuikt, knoest). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
19046 |
geduld |
geduld:
gedö.l’t (Q001p Zonhoven),
het toch wa geduild (Q001p Zonhoven),
patience (fr.):
het toͅch wa pəšensn (Q001p Zonhoven),
pesjé.nse (Q001p Zonhoven)
|
geduld || Heb toch wat geduld! [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
23666 |
gedurige aanbidding |
gedurige aanbidding:
gedurige aanbidding (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] || Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18916 |
gedwee |
braaf:
ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49
brā (Q001p Zonhoven),
gezeg:
NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??
ə gəzēch ken⁄t (Q001p Zonhoven),
ook materiaal 23, 69; znd 35, 49
gəzēx (Q001p Zonhoven),
goed:
NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??
⁄n goei ziel (Q001p Zonhoven),
ook materiaal 23, 69; znd 35, 49
goei (Q001p Zonhoven),
stil:
NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??
ə stel ken⁄t (Q001p Zonhoven),
ook materiaal 23, 69; znd 35, 49
stel (Q001p Zonhoven),
tam:
ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49
tōͅəm (Q001p Zonhoven)
|
Een gewillig (gedwee) kind. [ZND 35 (1941)] || gedwee [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
24150 |
geelgors |
gele schrijver:
gele schrijver (gew.uitspr.) (Q001p Zonhoven),
korenvos:
koərəvoͅs (Q001p Zonhoven),
schrijver:
emberiza citrinella
sxrɛ̄əvər (Q001p Zonhoven)
|
geelgors
III-4-1
|
18098 |
geelzucht |
geel verf:
gielveͅrəf (Q001p Zonhoven),
gieͅlveͅrf (Q001p Zonhoven),
gɛəl vèrəf (Q001p Zonhoven)
|
de geelzucht [ZND 01 (1922)] || de geelzucht (ziekte waarbij de huid en ook het wit van de ogen geel wordt) [ZND 35 (1941)] || geelzucht [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|