19647 |
het gras maaien |
(het) gras maaien:
t grōwəs mēͅn (Q001p Zonhoven),
Opgave is moeilijk leesbaar.
gras mèiue (Q001p Zonhoven)
|
het gras afmaaien [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
introniseren (<fr.):
introniseren (Q001p Zonhoven)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20393 |
het huwelijk ontbinden |
scheiden:
scheeje (Q001p Zonhoven)
|
scheiden
III-2-2
|
32689 |
het land aftreden |
afschreden:
ǭ.fsxrēǝ (Q001p Zonhoven),
ǭfsxrei̯ǝ (Q001p Zonhoven)
|
Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.]
I-1
|
23609 |
het misboek omdragen |
omdragen:
umdrèēn (Q001p Zonhoven)
|
Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27725 |
het ondergronds bedrijf |
(de) ondergrond:
ǭnǝrgrǫnt (Q001p Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
fond:
fǭ (Q001p Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Het ondergronds mijnbedrijf. [Vwo 324; Vwo 553; Vwo 637, N 95, 113; monogr.]
II-5
|
34007 |
het paard met een dubbele lijn leiden |
met dobbel kordeel varen:
męt˱ dǫbǝl kǝrdil vǭ.rǝ (Q001p Zonhoven)
|
Het paard besturen met een lange teugel uit één stuk, die aan de ene kant van het gebit vertrekt, langs de hand van de voerman gaat en langs de andere kant weer aan het gebit bevestigd is (cf. lemma Dubbele Lijn). Bij deze dubbele lijn, die links én rechts naar de hand van de voerder komt, trekt men aan de kant van de richting die het paard moet inslaan. Werkwoorden zoals varen, leiden werden niet altijd opgegeven. [JG 1b; N 8, 101b-c; N 13, 30 en 35]
I-10
|
34006 |
het paard met een enkele lijn leiden |
enkele kordeel:
ę.ŋkǝl kǝrdil (Q001p Zonhoven)
|
Het paard mennen met een lijn die uit twee delen bestaat, één dat via de rug van het paard de twee uiteinden van het gebit verbindt (cf. lemma Loenje), en een enkele lijn die aan het achterste einde van de eerste bevestigd is (cf. lemma Kordeel, Hotlijn). Die enkele lijn, het kordeel, houdt de voerman in de hand. Om het paard links te doen afslaan, houdt hij die strak gespannen; om het rechts te doen afzwenken, trekt hij met kleine schokjes (stuiklijn). Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [JG 1b; N 8, 101a; N 13, 29; monogr.]
I-10
|
28079 |
het roven |
foudroyage:
fudrawjās (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Wilhelmina])
|
Het wegnemen van de ondersteuningen uit het ontkoolde pand. [N 95, 544]
II-5
|
19768 |
het vuur aansteken |
aansteken:
ao.ë(n)stië.ke (Q001p Zonhoven)
|
aansteken
III-2-1
|