18838 |
kalm, bedaard |
kalm:
ka.llem (Q001p Zonhoven),
kaləm (Q001p Zonhoven),
kàlləm (Q001p Zonhoven)
|
kalm [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
34170 |
kalven |
kalven:
kalvǝ (Q001p Zonhoven),
kalvǝn (Q001p Zonhoven),
kalǝvǝ (Q001p Zonhoven),
kalǝvǝn (Q001p Zonhoven)
|
Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.]
I-11
|
33351 |
kalverstal |
kalverstal:
kalǝvǝr[stal] (Q001p Zonhoven)
|
De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b]
I-6
|
18725 |
kam |
kam:
kam - kem (Q001p Zonhoven),
kamp (Q001p Zonhoven),
kamp - kem (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven,
Q001p Zonhoven),
kamp - kèm (Q001p Zonhoven)
|
kam (enkelvoud - meervoud) [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] || Min of meer getande, rode, vlezige uitwas op de kop van kippen. [A 39, 3c; monogr.]
I-12, III-1-3
|
22729 |
kameel |
kemel:
kemel (Q001p Zonhoven)
|
kameel: Hoe noemt u in uw dialect het grote zoogdier dat twee bulten op de rug heeft en in de woestijn leeft? [N 100 (1997)]
III-3-2
|
19694 |
kamer |
kamer:
Verklw. kië.merke Vroeger gezegd tegen de beste kamer van het huis waarin men zelden vertoefde
kao.mer (Q001p Zonhoven),
plaats:
plao.ëts (Q001p Zonhoven),
Hië hit boo.ve drij plao.ëtse (plakke): Zijn huis telt drie bovenkamers
plao.ëts (Q001p Zonhoven),
plak:
Verklw. plië.tske of plékske
plák (Q001p Zonhoven)
|
kamer || vertrek
III-2-1
|
18564 |
kamerjas |
peignoir (fr.):
Fr. peignoir.
penwaa.r (Q001p Zonhoven)
|
peignoir: ochtendjas
III-1-3
|
24509 |
kamille (alg.) |
hemdsknoopje:
volksben. voor moederkruid. z. L.J. p. 43 en 67
hu.msknupkes (Q001p Zonhoven)
|
kamille
III-4-3
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
Fr. camisole. Zie ook afb. p.200.
kamezooël (Q001p Zonhoven)
|
kamizool: kledingstuk voor mannen, een soort van lang vest met mouwen, later ook zonder mouwen
III-1-3
|
18724 |
kammen |
kammen:
kommən (Q001p Zonhoven),
kummen (Q001p Zonhoven),
kəmə (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
kəmən (Q001p Zonhoven)
|
kammen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)]
III-1-3
|