e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieuwen gouwen: ook in ZND 27, 084  goͅu̯wə (Zonhoven), kieuwen: kieuwen (Zonhoven), kieven: ook in ZND 27, 084  ki.əvən (Zonhoven), kijvə (Zonhoven) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] || kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kievit kievit: kivit (Zonhoven) kievit III-4-1
kiezel, kiezelsteen kiezel: kiəzəl (Zonhoven) kiezel [ZND 01 (1922)] III-4-4
kiezen kiezen: kīē.ëze (Zonhoven), kîêzən (Zonhoven) kiezen III-1-4
kikker kwakvors: kwakfoͅrs (Zonhoven), kwakvos (Zonhoven), kwákfoͅs (Zonhoven), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakvosch (Zonhoven) kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril paddenslijk: padəslɛk (Zonhoven) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)slijk: padəslɛk (Zonhoven) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje dikkopje: dekøͅpkə (Zonhoven), molenkop: meulekop (Zonhoven), molenkopje: meulekøpke (Zonhoven) dikkopje || kikkervisje [ZND 34 (1940)] III-4-2
kind (algemene benaming) jong: jò.nk (Zonhoven), kind: keent (Zonhoven), keint (Zonhoven), kè.nt (Zonhoven), kéjnd (Zonhoven), kéjnt (Zonhoven, ... ), kéənt (Zonhoven), kleine: kleeën (Zonhoven), patatter: patat?  petótter (Zonhoven), wicht: wècht (Zonhoven) kind || kind (beetje denigrerend) || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; dat kind [ZND 01 (1922)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] || klein kindje III-2-2
kind (troetelnaam) kadodder: cf. WNT s.v. "kadodder - kadotter 2) vleinaam voor een klein kind  kádodder (Zonhoven), klein boule-tje: boule (fr.)  kleeë boeleke (Zonhoven), klein dabbertje: kleeën débberke (Zonhoven), lief boule-tje: boule (fr.)  līē.ëf boeleke (Zonhoven), petieter: cf. VD s.v. "petieter  petīē.ëter (Zonhoven), fr. "petit  petieter (Zonhoven), schatje: schatteke (Zonhoven) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] || jongetje || kind; koosnaam || kleine dreumes; koosnaam || lief babietje, - kindje; koosnaam III-2-2