24674 |
lork |
lariks:
(Larix decidua)
lao.ërik (Q001p Zonhoven),
lork:
WLD
lork (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)] || lork
III-4-3
|
22998 |
lot(je) van de loterij |
lot:
lōət (Q001p Zonhoven)
|
Lot: Loterijbriefje.
III-3-2
|
21738 |
loteling |
loteling:
loteling (Q001p Zonhoven)
|
iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22400 |
loten |
loten:
Afl. loterij.
lōətn (Q001p Zonhoven),
trekken:
#NAME?
trèkke (Q001p Zonhoven)
|
Loten. || Trekken: 3. Lotjes trekken, loten.
III-3-2
|
22599 |
loterij |
loterij:
Afl. sub loten.
loterij (Q001p Zonhoven)
|
[Loterij].
III-3-2
|
21194 |
luchtballon |
ballon:
ballon (Q001p Zonhoven)
|
een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30083 |
luchtbel |
bel:
bɛl (Q001p Zonhoven)
|
De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.]
II-9
|
24998 |
luchtbel in water |
brobbel:
brobbel (Q001p Zonhoven)
|
de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
28047 |
luchthamer |
piqueur:
pikø̄r (Q001p Zonhoven [Winterslag, Waterschei])
|
De door samengeperste lucht aangedreven hamer waarmee de houwer in de pijler de steenkool delft. [N 95, 808; monogr.; N 95, 760 add.; Vwo 30; Vwo 487; Vwo 598; Vwo 603; div.]
II-5
|
27213 |
luchtkoker |
canard:
kanār (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Eisden])
|
Metalen of kunststof buis van ongeveer 50 cm doorsnede waarmee verse lucht naar ondergrondse werkpunten wordt gebracht die buiten de normale luchtstroom liggen. [N 95, 219; monogr.; Vwo 211; Vwo 489]
II-5
|