e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannenkant evangeliekant: vrouwen!!  evangeliekant (Zonhoven) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren mannenkleren: manneklier (Zonhoven) Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed mansondergoed: mansonnergoed (Zonhoven) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd lijfje: löfke (Zonhoven), onderlijfje: onnerlufke (Zonhoven), z. ook o. lijfje.  ó.nnerlöfke (dim.) (Zonhoven) lijfje: onderhemd, kledingsstuk dat het bovenlijf bedekt || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] || onderlijfje III-1-3
mansleest mannenleest: mannenleest (Zonhoven) De leest voor mannenschoenen. Het betreft de maten 39 tot en met 50. [N 60, 186d] II-10
mantelpak complet (fr.): Fr. complet.  kómplè (Zonhoven), completje (<fr.): Fr. complet; meestal dim.  kómplèke (dim.) (Zonhoven) complet: mantelkostuum voor vrouwen III-1-3
manziek achter de jongens koersen: ze kōē.ërst nógal aachter de jònge (Zonhoven), heet: hiet (Zonhoven), jongensgek: jònge(s)geek (Zonhoven), koteren: kōē.ëtere (Zonhoven), mansgek: mansgék (Zonhoven) jongens nalopen, flirten || jongensgek || jongensgek; achter de jonges aan lopen || mannengek || manziek [heet] [N 10C (zj)] III-2-2
maretak kerstgroen: kerstgry:n (Zonhoven), vogellijm: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 155 en van ZND15, 011  vogellijm (Zonhoven) maretak [DC 46 (1971)], [ZND 01 (1922)] III-4-3
margriet koekoeksbloem: etym. (e.d.), zie boek  koekoeksbloo.m (Zonhoven), paardsoog: W.N.T. paardsoog 4 margriet; z. L.J. p. 64 de bloem groeit in weiden waar koeien en paarden grazen; zij is groot zoals het oog van die dieren  piártsōēch (Zonhoven) margriet III-4-3
maria-altaar altaar van onze-lieve-vrouw: t altaar van o.l. vroo (Zonhoven) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3