25087 |
onbelangrijk |
min:
min (Q001p Zonhoven),
niets waard:
niks waard (Q001p Zonhoven),
niks waard:
niks waard (Q001p Zonhoven)
|
een voorwerp zonder waarde; een zaak van geen enkel belang [nietlig, nietigheid, dodeman, lacheding] [N 91 (1982)] || niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21845 |
onbeleefd |
onbeleefd:
onbeleefd (Q001p Zonhoven)
|
niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21846 |
onbeschaafd |
lomp:
lomp (Q001p Zonhoven)
|
ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
klaar (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
klier (Q001p Zonhoven),
klëjər (Q001p Zonhoven)
|
klaar, helder [ZND 01 (1922)], [ZND 19A (1936)] || onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25092 |
onbruikbaar maken, verbruien |
begaden:
begaaien (Q001p Zonhoven)
|
onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21857 |
onbruikbare voorraad |
breugel:
briggel (Q001p Zonhoven)
|
allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
34608 |
onderbak |
planchertje:
plãšēkǝ (Q001p Zonhoven)
|
Onder de kar opgehangen laadvloertje. [N 17, 86]
I-13
|
24637 |
ondereinde van de stam |
kont:
WLD
kont (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18401 |
ondergoed |
ondergoed:
onnergoed (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
Ondergoed, het algemene, gewone woord voor de onderkleding. [N 114 (2002)] || Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
27174 |
ondergronds |
in de fond:
ęjn nǝ fō (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Zolder]),
onder:
onǝr (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Eisden])
|
Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.]
II-5
|