e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ontberen missen: missen (Zonhoven) niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)] III-3-1
ontbijt morgenbrood: mørgəbrut (Zonhoven) de eerste maaltijd van de dag [ZND 40 (1942)] III-2-3
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: pië.perkòk (Zonhoven), pīepərkoͅk (Zonhoven) peperkoek [ZND 40 (1942)] III-2-3
ontlasting hebben schijten: scheiten goan (Zonhoven) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)] III-1-1
ontslag nemen boek en centen pakken: buk ɛn sɛntǝ pakǝ (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]) Als arbeider zelf ontslag nemen uit de dienst. Men moest een aantal dagen van te voren opzeggen, wilde men zonder loonverlies de werkovereenkomst verbreken. In de Belgische mijnen moest men minstens 14 dagen vooraf het mijnbestuur in kennis stellen van zijn ontslag (Defoin pag. 219). Ook woordtypen als "kundigen" of "(zijn) dagen doen" wijzen op een opzegtermijn. [N 95, 1000; monogr.; Vwo 100; Vwo 147; Vwo 148; Vwo 267; Vwo 268; Vwo 574] II-5
ontsteker capsule: kapsøl (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Apparaat waarmee de ontploffing van springstof op gang kan worden gebracht. Het slagpijpje is een koperen buisje van 6.5 mm diameter en 4 cm lang, dat een kleine hoeveelheid ontstekingspoeder bevat. Hierin liggen twee electrische draden tegenover elkaar. Zij zijn verbonden door een kleine brug uit zeer dunne platinadraad die begint te gloeien zodra de stroom er doorloopt (Defoin pag. 141). [N 95, 411; monogr.; Vwo 212; Vwo 564] II-5
ontsteking zweer: zweer (Zonhoven) Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik, zweer, (ver)zwering). [N 107 (2001)] III-1-2
ontvangen beuren: beuren (Zonhoven) in het bezit gesteld worden van bijv. geld [beuren, inbeuren ontvangen] [N 89 (1982)] III-3-1
onvast ter been (zijn) slecht te been: slecht te bien (Zonhoven) Onvast ter been (dazelig, los/zwak/ slecht te been, schravelachtig). [N 109 (2001)] III-1-2
onvruchtbare geit springbok: spręŋbok (Zonhoven) De antwoorden kunnen zowel op een onvruchtbare geit in het algemeen duiden als op een onvruchtbare vrouwelijke geit. [N 19, 72; JG 1a, 1b; N 77, 84; monogr.] I-12