22317 |
oudejaarsavond |
nieuwjaarsavond:
Ss. sub nieuwjaar.
noujòòërsòò.ëvent (Q001p Zonhoven),
oudjaarsavond:
Van daa.t èn (of: óp) t nou: van het oude in het nieuwe jaar.
aajòòërsòò.ëvent (Q001p Zonhoven),
silvesteravond:
silvesteraovend (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
sylvesteravond (Q001p Zonhoven),
van het oud het nieuw in:
Sub II. oud: t oude jaar.
`t oud `t nieuw in vieren (Q001p Zonhoven),
van het oud in het nieuw:
Sub oudejaarsavond: van daa.t èn (of: óp) t nou: van het oude in het nieuwe jaar.
van d`aa.t èn `t nou (Q001p Zonhoven),
van het oud op het nieuw:
Sub oudejaarsavond: van daa.t èn (of: óp) t nou: van het oude in het nieuwe jaar.
van d`aa.t óp `t nou (Q001p Zonhoven)
|
31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] || 31 december, H. Silvester. [N 96C (1989)] || [Oudejaarsavond]. || De avond van 31 december, oudejaarsavond, Sint Silvesteravond [aldejaorsaovond]. [N 96C (1989)] || Nieuwjaarsavond, oudejaarsavond. || Oudejaarsavond.
III-3-2
|
22318 |
oudejaarsdag |
helensdag:
hɛəlnzdāch (Q001p Zonhoven),
Ss. sub *helen.
heeëlṇsdao.ch (Q001p Zonhoven)
|
*Helensdag, oudejaarsdag. || *Helensdag: 30 december.
III-3-2
|
20328 |
ouderlijk huis |
oudershuis:
aars hóó.ës (Q001p Zonhoven),
stokhuis:
stókhóó.ës (Q001p Zonhoven),
zijnens:
sèè.ënes (Q001p Zonhoven),
sèè.ënṇs (Q001p Zonhoven)
|
ouderlijk huis || stamhuis; ouderhuis
III-2-2
|
20229 |
ouders |
ouders:
aars (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
aaərs (Q001p Zonhoven),
oudersen:
aarse (Q001p Zonhoven)
|
ouders [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18189 |
ouderwets |
ouderwets:
a.ərwɛts (Q001p Zonhoven),
aaderwèts, aaderwéts (Q001p Zonhoven),
aaërwèts, aaërwéts (Q001p Zonhoven),
aərwēͅts (Q001p Zonhoven)
|
ouderwets || Ouderwets. [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|
25504 |
ovendeur |
ovendeksel:
ovendeksel (Q001p Zonhoven)
|
Het deurtje kan van ijzer zijn of van hout. De houten vormen zijn in de regel ouder. De informant van L 289b zegt dat deze sluiting een plank met een natte zak kan zijn die met een lat of paal tegen de opening van de oven wordt gezet. De woordtypen "stop", "stopsel", "ovenstopsel" wijzen heel waarschijnlijk op een bepaalde vorm vaan dichten. Zo vermeldt Weyns (blz. 27) dat in Oost-Vlaanderen de deur hier en daar een houten blok, 15 cm dik, is dat, voor de gevulde oven geplaatst, met leem, modder, soms zelfs met koedrek gemengd met aarde, wordt dichtgesmeerd. [N 29, 2b; N 29, 2a; OB 2, 3b; OB 2, 3a; monogr.]
II-1
|
25503 |
ovenmond |
ovenmuil:
ovenmuil (Q001p Zonhoven)
|
De opening in de oven waardoor brandstof en brood naar binnen worden geschoven. [N 29, 2a; OB 2, 3a; monogr.]
II-1
|
25608 |
ovenpaal |
ovenzwouw:
hōvǝzwo (Q001p Zonhoven),
zwouw:
zwō (Q001p Zonhoven)
|
De ovenpaal is in de regel een ongeveer twee meter langer stok met een plat, rond, rechthoekig of tongvormig blad van hout of ijzer waarmee het in broodvorm opgemaakte deeg in de oven wordt geschoven. Meestal haalt men hiermee ook het gebakken brood uit de oven. Het blad loopt naar voren scherp toe om het inschieten van het brood te vergemakkelijken en vooral om bij het uittrekken de paal onder het brood te kunnen schuiven (Weyns blz. 34). Wat de woordtypen "rochelijzer", "haak", "schoffel" en mogelijk nog andere betreft moet men heel waarschijnlijk aan andersoortig gereedschap denken waarmee men toch het brood uit de oven kan halen. Zie afb. 22. [N 29, 45b; RND 57; L 40, 13a; A 44, 22; OB 2, 2d; OB 2, 2e; mat. S -daaronder valt wat A. Stevens in zijn artikel ''Zwaaide, een zuidoost-nederlandse dialektbenaming voor de broodschieter of ovenpaal'' noemt "mat. S, P, C en G"; monogr.]
II-1
|
25520 |
ovenveger |
bezem:
bezem (Q001p Zonhoven),
natte vod aan lange stok:
natte vod aan lange stok (Q001p Zonhoven)
|
In dit lemma zijn verschillende vragen bijeengebracht die in feite alle vroegen naar een voorwerp waarmee dezelfde handeling werd verricht nl. de oven schoonmaken. Het voorwerp heeft als grondconstructie een lange staak van hout of ijzer met aan het uiteinde er iets omheengewonden nl. stro, een lap, een zak of iets dergelijks. Het stro, een lap, een zak e.d. worden vóór het reinigen van de oven natgemaakt. Het lemma valt uiteen in vier hoofdgroepen van woordtypen. 1) Deze groep bevat vooral wis-opgaven, aangevuld met enkele borstel-opgaven. Volgens de informanten heb je bij deze groep vooral de betekenis "lange staak met strobussel, stropop of zak omwonden". Varianten zijn "een lange stok met aan het uiteinde een rolvormige zak welke rond de as draait" (in Q 168) en "een zak vastgemaakt aan een ketting bevestigd aan een houten paal" (in Q 162). Volgens Weyns (blz. 35) moet het de combinatie "strowis bovenaan op een lange stok gestoken" zijn die in Limburg het meest vooorkomt. 2) Deze groep opgaven wijst op het gebruik van een dweil, lap, zak of vod in combinatie met een lange staak. 3) De geerd-opgaven duiden erop dat het rakelijzer ook voor het schoonmaken wordt gebruikt mogelijk in combinatie met dweil, bosje stro e.d. Het woordtype "zwoel" geeft aan dat ook de ovenpaal hiervoor gebezigd kan worden na eerst natgemaakt te zijn. 4) Deze laatste groep duidt erop dat men voor het schoonmaken een bezem of een versleten bezem of een bezem van een bepaalde soort gebruikt mogelijk gecombineerd met een dweil enz.. Zie afb. 14. [N 29, 12a; N 29, 12b; N 29, 11b; OB 2, 2c; OB 2, 2b; OB 2, 2f; monogr.]
II-1
|
18589 |
overall |
clown:
klōn (Q001p Zonhoven),
clown (eng.):
kloo.ën (Q001p Zonhoven),
overall (eng.):
z. ook o. clown.
euvera.l (Q001p Zonhoven)
|
clown: werkpak, overall || overall || Uit één stuk vervaardigd werkpak dat de metselaar ter bescherming over zijn gewone kleding aantrekt. [N 30, 5c; monogr.]
II-9, III-1-3
|