e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pastorie pastorie: pastorij (Zonhoven) Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)] III-3-3
patates frites friet: frĭĕt (Zonhoven) de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] III-2-3
pateen pateen (<fr.): pateen (Zonhoven, ... ) De pateen, gouden schaaltje op de kelk [patieën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ.tər (Zonhoven) pater [RND] III-3-3
patriarch patriarch: patriark (Zonhoven) Een aartsvader, patriarch, patriark. [N 96D (1989)] III-3-3
patrijs patrijs: perdrix perdrix  pətrɛjs (Zonhoven) patrijs III-4-1
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): 3 beteekenissen, altijd m  nə pətrun (Zonhoven), patroonheilige: patroenheilige (Zonhoven) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] || Een patroonheilige [patroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
paus paus: de paus van Roeme (Zonhoven), də pauəs (Zonhoven) De paus van Rome [poûs]. [N 96D (1989)] || De paus. [ZND 40 (1942)] III-3-3
peen, wortel poten: poete (Zonhoven), potenkruid: mn de gele peen, voederplant  poetekraot (Zonhoven), wilde poten: mn de gele peen, voederplant  wil poete (Zonhoven) I-7
peer, soorten dubbele philippe: doͅbəlfløp (Zonhoven), keutelpeer: keu.telpië.r (Zonhoven), ad. opgave: meestal dim. gebruikt!  keu.telpië.rke (Zonhoven), koetet: koutétte (Zonhoven), peer: peker (Zonhoven), pe͂ͅər (Zonhoven), pier (Zonhoven), pieər (Zonhoven), pië.r (Zonhoven), philippe (fr.): flup (Zonhoven), stoofpeer: stoofpië.re (Zonhoven), tafelpeer: tòòëfelpië.r (Zonhoven) [ZND 21 (1936)] [ZND 31 (1939)]grote peersoort || kleine peersoort van niet-geënte perelaar || peer || soort van sappige peer || stoofperen || tafelpeer I-7