e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sacramentsdag sacramentsdag: sacramentsdaog (Zonhoven) Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)] III-3-3
sacramentsprocessie sacramentsprocessie (<lat.): sakeəmenspərsesə (Zonhoven), sakramentspercessen (Zonhoven) De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)] || Hoe heet de processie die s zondags na H. Sacramentsdag wordt gehouden? [ZND 40 (1942)] III-3-3
sacristie sacristie: sakrestij (Zonhoven), sakristij (Zonhoven) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salie self: sulf (Zonhoven) I-7
salomonszegel wild ieletje: (Polygonatum officinale)  wil⁄ īēëlekes (Zonhoven) salomonszegel III-4-3
salueren salueren (<fr.): də soͅlda͂wətə motə saləwērn (Zonhoven) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] III-3-1
samenklonteren ineenkoeken: ę`nī.kokǝ (Zonhoven) Samenpakken, samenklonteren van meel. [JG 1a] II-3
samenspannen aanhouden: aanhouden (Zonhoven), owənhaəgən (Zonhoven), bijeenspannen: dej twi spanə bījən (Zonhoven), dij twi spanne biën (Zonhoven), op een hoop kakken: spelen onder een hoedje  dij kakken op īnən hup (Zonhoven) Die twee heulen samen (spannen samen tegen de anderen) [ZND 26 (1937)] || heulen (met iemand -) [ZND 01 (1922)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
sanctus sanctus (lat.): Sanctus (Zonhoven), sanctus (Zonhoven) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3
sandaal sandaal: Fr. sandale; z. ook o. lits.  sendal (Zonhoven) sandaal III-1-3