32686 |
stelmechanismen aan de ploeg |
regelaar:
rē.gǝlę̄ ̞ǝr (Q001p Zonhoven),
rē.gǝlīǝr (Q001p Zonhoven),
veer:
vę̄ ̝ǝr (Q001p Zonhoven),
vīǝr (Q001p Zonhoven)
|
Aan een ploeg zijn verschillende mechanismen of onderdelen te onderscheiden, die dienen om de diepte en breedte van de voor, alsmede de stand van de werkende delen van de ploeg te regelen. Naar de benamingen hiervoor werd niet in het hele gebied ge√Ønformeerd. Mede daarom werden de betrokken gegevens in één lemma bijeengezet. De regelende onderdelen in kwestie zijn hieronder per soort nader toegelicht. Men vergelijke het vorige lemma. [N 11, 31.IV.d; N 11, 32b; N 11A, 93b + 98a + 98d; JG 1a; monogr.]
I-1
|
18158 |
stelpen van bloed |
stollen:
stollen (Q001p Zonhoven)
|
Stelpen van bloed (struppen, stolpen, stoppen, stollen. [N 107 (2001)]
III-1-2
|
22367 |
stelt |
staak:
staak (Q001p Zonhoven),
stelt:
stelten (Q001p Zonhoven),
In: op stelten lopen (bep. kinderspel).
steltn (Q001p Zonhoven)
|
a) elk van de beide staken met een dwarsklamp waarop men de voet zet en die gebruikt worden om daarmee grotere stappen te doen [stelt, staak, schaats] [N 112 (2006)] || Elk van de beide staken met een dwarsklamp waarop men de voet zet en die gebruikt worden om daarmee grotere stappen te doen [stelt, staak, schaats]. [N 88 (1982)] || Stelten.
III-3-2
|
21602 |
stemmen |
stemmen:
stemmen (Q001p Zonhoven)
|
zijn stem uitbrengen bij verkiezingen [stemmen, doppen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21487 |
stempelen |
doppen:
doppen (Q001p Zonhoven),
sub dop2, werklozensteun.
dóppe (Q001p Zonhoven)
|
*doppen, stempelen, werklozensteun trekken || het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22663 |
stemvork |
diapason (fr.):
diapason (Q001p Zonhoven),
Fr. diapason.
diejápező (Q001p Zonhoven)
|
Diapason: stemvork, -fluitje. || het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
19522 |
stenen pot, keulse pot |
kroeg:
Verklw. kruchske
kroo.ch (Q001p Zonhoven)
|
aarden of stenen vat
III-2-1
|
29923 |
stenendrager |
brikkendiener:
brekendinǝr (Q001p Zonhoven)
|
De handlanger die speciaal belast is met het aandragen van de metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste termen het lemma 'handlanger'. [N 30, 2d; N 31, 16b; monogr.]
II-9
|
32971 |
stengel, steel |
stam:
stam (Q001p Zonhoven)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
20417 |
sterfbed |
doodsbed:
doets(j)bèt (Q001p Zonhoven),
sterfbed:
sté.rrefbèt (Q001p Zonhoven)
|
doodsbed || sterfbed
III-2-2
|