33506 |
tuinbonen |
labbonen:
etym. (e.d.), zie boek
labboen (Q001p Zonhoven),
WLD
labboenen (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
paardsbonen:
piártsboen (Q001p Zonhoven)
|
Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)] || tuinboon
I-7
|
33593 |
tuinkers |
antwerps kruid:
antwerps kraot (Q001p Zonhoven),
z. L.J. p. 94
a.ntwé.rreps króó.ët (Q001p Zonhoven),
cresson (fr.):
WLD
kresson (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
tuinkers:
WLD
tuinkers (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
tuinkers || Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)]
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kelver:
kelver (Q001p Zonhoven),
kervel:
kervel (Q001p Zonhoven),
körrevel (Q001p Zonhoven),
køͅrvəl (Q001p Zonhoven),
køͅrəvəl (Q001p Zonhoven),
WLD
kervel (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
[Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)] || Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)]
I-7
|
33615 |
tuinman, boomkweker |
hovenier:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
hovənīr (Q001p Zonhoven)
|
[RND 08]
I-7
|
19512 |
tuit |
tuitel:
Den teu.tel van ne kaa.fiepót: de tuit van een koffiepot
teu.tel (Q001p Zonhoven)
|
tuit van een kan, waterketel e.d.
III-2-1
|
34604 |
turfhekken |
schuthekken:
sxøthękǝ (Q001p Zonhoven)
|
Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c]
I-13
|
20116 |
turfmolm |
molm:
moləm (Q001p Zonhoven)
|
[ZND 01 (1922)]
I-7
|
21491 |
tussenpersoon |
tussenpersoon:
tussenpersoen (Q001p Zonhoven)
|
een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
30998 |
tussenzool |
tussenzool:
tussenzool (Q001p Zonhoven)
|
Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en die tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt. [N 60, 171a]
II-10
|
18471 |
tussenzool [wld ii.10, p. 40] |
tussenzool:
tussenzool (Q001p Zonhoven)
|
Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt? (tussenzool?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)]
III-1-3
|