e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voetjicht poten: hie hēgət pytən (Zonhoven), pyt`n (Zonhoven), pytṇ (Zonhoven) hij heeft voetjicht (pootje, kozijntjes, enz.; Fr. goutte) [ZND 01u (1924)] || voetjicht [ZND 05 (1924)] III-1-2
voetkussen poef: Groot vormloos zitkussen uit soepel leer of een kunststof, dat op de grond staat of ligt Fr. pouf  pòf (Zonhoven) poef III-2-1
voetzool plank: plank (Zonhoven) hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)] III-1-1
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Zonhoven) de houten vogel die afgeschoten moet worden [N 112 (2006)] III-3-2
vogel, algemeen vogel: vōgəl (Zonhoven) vogel III-4-1
vogelkers hondskers: (z. ook ald.)  hónskjaa.s (Zonhoven), steenberen: z. L.J. p. 45: het is een steenvrucht met vrij weinig vlees  stienbee.ëre (Zonhoven) vogelkers III-4-3
vogelmelk juinkers: z. L.J. p. 102  jóó.ënkja.s (Zonhoven), jóó.ënkjaa.s (Zonhoven) vogelmelk III-4-3
vogelmuur moer: mū.r (Zonhoven), muurtje: Stellaria media: een der allergewoonste onkruiden  murke (Zonhoven) murik: verzamelnaam voor verschillende planten behorend tot het geslacht sterremuur (Stellaria), i.h.b. de Stellaria media || Stellaria media L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en braakliggende gronden met kleine donkere zaadjes en groene blaadjes. Het groeit laag boven de grond in samenhangende trossen en bloeit van februari tot november met kleine witte bloempjes. Kippen (en kanaries) eten het graag en sommige benamingen wijzen ook hierop. De lengte varieert van 10 tot 40 cm. Het is bekender onder de oude naam muur. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1a, 1b, 2c; A 60A, 59; monogr.] I-5, III-4-3
vogelpootje, serradelle serradelle: sǝdɛlǝ (Zonhoven) Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.] I-5
vogeltje dat nog niet kan vliegen kwak: kwak (Zonhoven), kwakjong: kwakjong (Zonhoven), kwakjonk (Zonhoven) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1