30250 |
aanslag |
lengstuk:
lengstuk (Q001p Zonhoven)
|
Een verlengstuk van de zool dat onder de hak komt te zitten en dat voordeligheidshalve door de schoenmaker gebruikt wordt. "Als men, door een fout in het uitsnijden van de leerstukken, een te korte binnenzool had, hoefde men dat stuk leer niet perse als verloren te beschouwen. Met een eigenlijk ongeoorloofd handigheidje werkte men er een ander stukje leer aan. Dit stukje heette de "aanslag"." (Liedmeier, pag. 1). [N 60, 165]
II-10
|
18495 |
aanslag [wld ii.10, p. 35-36] |
lengstuk:
lengstuk (Q001p Zonhoven)
|
Een verlengstuk aan de zool dat onder de hak komt te zitten en voordeligheidshalve door de schoenmaker gebruikt wordt (aanslag, lengstuk, lengsel?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
32776 |
aanspanningspunt, kam van de eg |
klink:
klę.ŋk (Q001p Zonhoven),
ring:
rę.ŋk (Q001p Zonhoven)
|
Het vooreinde, de kam of een ander onderdeel van de eg, waaraan de egketting of de trekhaak daarvan bevestigd wordt. Zie de afb. 57 en 58. [JG 1a + 1b add.; N 11A, 156a + b; monogr.]
I-2
|
18887 |
aanstaan |
aanstaan:
da sal əm ḁ̄wəstuoͅn (Q001p Zonhoven),
gaden:
da sal əm gḁ̄jə (Q001p Zonhoven),
da zal heum goaien (Q001p Zonhoven),
gaoëje (Q001p Zonhoven)
|
bevallen, aanstaan || Dat zal hem gaden (bevallen, aanstaan). [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
23015 |
aantikken bij het krijgertje spelen |
aanmaken:
Z(h)öbbe mich bè twie.ën ter ao.(ën)gemao.kt: twee spelers hebben mij aangetikt.
ao.(ën)mao.ke (Q001p Zonhoven),
schatten:
Afl. sub *sjat: van Fr. chasser > *sjatse > *sjatte.
sjatte (Q001p Zonhoven),
Fr. chasser > sjatse > sjatte.
šatə (Q001p Zonhoven)
|
*Sjatte, het tikken bij het *tuisen (tikkertje spelen). || Aanmaken: *3. Aantikken bij het krijgertje spelen. || Sjatten: Eraanmaken bij het tuisen I [bep. spel: achter iem. lopen om het eraan te maken; men raakt hem aan en vervolgens moet hij vangen].
III-3-2
|
23036 |
aantikken bij het krijgertje spelen add. |
schat:
sjat (Q001p Zonhoven)
|
*Sjat: Uitroep bij het *tuisen (tikkertje spelen).
III-3-2
|
19223 |
aanvangen, beginnen |
beginnen:
begènne (Q001p Zonhoven),
bəgeen’n (Q001p Zonhoven)
|
beginnen
III-1-4
|
33895 |
aanwassen op de tanden |
tandvlees:
tā.nt˱vlis (Q001p Zonhoven)
|
Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91]
I-9
|
33335 |
aanwerven van personeel |
aanwerven:
ǭǝnwø̜rǝvǝ (Q001p Zonhoven)
|
I-6
|
24977 |
aanwezigheid |
er zijn:
er zijn (Q001p Zonhoven)
|
de aanwezigheid, het aanwezig zijn [antwoord] [N 91 (1982)]
III-4-4
|