e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
botervlootje boterpot: boo.ëterpót (Zonhoven) botervlootje III-2-1
botteriken botteriken: bǫtǝrekǝ (Zonhoven) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3
bouillon bouillon: beljóng (Zonhoven), boeljóng (Zonhoven), kuipje: e kËËpke ènne sóp doe.ën: een bouillonblokje in de soep doen  kūūpke (Zonhoven) bouillon || bouillonblokje III-2-3
bout boulon: bulon (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) [N 95, 351; N 95, 746; monogr.; Vwo 173] II-5
bout van de asstroppen bout: bō.t (Zonhoven) De bout waarmee de verschillende onderdelen van de asstroppen met elkaar verbonden worden. [JG, 1a] II-12
bouwemmer emer: imǝr (Zonhoven), mortelemer: mortǝlimǝr (Zonhoven) Houten of metalen, tegenwoordig ook van kunststof vervaardigde emmer die door de metselaars wordt gebruikt om er water, mortel, enz. in te doen. [N 30, 23b; monogr.] II-9
bouwland `: fē̜.ljt (Zonhoven), labeurgrond: labeurgrond (Zonhoven), labø̄rgrǫnt (Zonhoven), land: lānt (Zonhoven), plaats: plaats (Zonhoven), plak: plak (Zonhoven), veld: fɛlt (Zonhoven), vęljt (Zonhoven), vɛljt (Zonhoven) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bouwval kot: kót (Zonhoven) klein armoedig of vervallen huis III-2-1
bovendeel van de rug nek: nak (Zonhoven) Bovendeel van de rug (poekel, kraomenak, kriemer, rug?, nak?) [N 109 (2001)] III-1-1
boveneinde van de stam top: WLD  top (Zonhoven, ... ) Het dunne uiteinde van de stam, bovenaan (top, kop, topeind). [N 82 (1981)] III-4-3