e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dief schelm: sXeͅləm (Zonhoven), sXèləm (Zonhoven) dief [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-3-1
dienblad plateau: platoo (Zonhoven) presenteerblad III-2-1
dienst post: pǫst (Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) De werktijd van één man op één dag. [monogr.; Vwo 282; Vwo 617; Vwo 684] II-5
dienstplicht doen legerdienst doen: legerdienst doen (Zonhoven) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
diep diep: dip (Zonhoven) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diep boren boren: boren (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Diepboringen verrichten om op deze wijze de koollagen op te sporen en te verkennen. [N 95, 169; Vwo 167] II-5
diepzinnig diepzinnig: hejə äs dipzänech (Zonhoven) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4
dier, beest beest: hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  bišt (Zonhoven), bīst (Zonhoven), bi‧st (Zonhoven), ook in ZND 23, 009  bīst (Zonhoven), dier: ook in ZND 23, 009  diər (Zonhoven) beest [ZND 01 (1922)] || dier [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij bil: beͅl (Zonhoven) dij [ZND 01 (1922)] III-1-1
dijk dam: damp (Zonhoven), dijk: dēk (Zonhoven), dijk (Zonhoven), dē̜k (Zonhoven), dɛk (Zonhoven), opgehoopte aarde of laaggelegen weide langs een beek  dä:k (Zonhoven), val: vāl (Zonhoven) dijk [ZND 33 (1940)] || een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] || Opgehoopte aarde. [N 27, 24; L 33, 34] I-8, III-3-1