id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
31587 | achternaafband | achterband: axtǝrbant (Zonhoven), band: bant (Zonhoven) | De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.] II-11 |
31585 | achterschijf | rondelle: rǫnde̜l (Zonhoven) | Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen de naaf en de stootring van het asblok. De achterschijf verhindert dat er tijdens het rijden vet of smeer verloren gaat en vuil de naafbus kan binnendringen. Woordtypen met als tweede lid het woord -ring komen ook voor in het lemma ɛstootringɛ (WLD I.13).' [N G, 50a; N 17, 56; JG 1b, add.] II-11 |
17651 | achterste | achterste: achtərstṇ (Zonhoven), kont: kont (Zonhoven) | [N 10c (1995)]achterste [ZND 01 (1922)] III-1-1 |
19445 | achteruit | achter: axtǝr (Zonhoven), cour (fr.): kōē.ër (Zonhoven), terug: tryk (Zonhoven) | open plaats bij of binnen een huis || Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10, III-2-1 |
17951 | achteruitgaan | achteruitgaan: achtərowtgoən (Zonhoven) | achteruitgaan, wijken, deinzen [ZND 33 (1940)] III-1-2 |
33854 | achteruittrappen | slaan: slō.n (Zonhoven) | Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9 |
34615 | achtervork van de wagen | strevers: strēvǝrs (Zonhoven) | Het geheel van de twee schuin naar achter lopende balken aan de achterzijde van de langwagen, die aan de ene kant tegen de langboom bevestigd zijn en aan de andere kant door openingen tussen het asblok en het achterste rongblok steken. Deze balken dienen ter versteviging van de langboom en maken deel uit van het achterstel van de langwagen. [N 17, 44i; N G, 70d; JG 1b] I-13 |
34584 | achterwand | hoofdbred: høt˱briǝt (Zonhoven), schoft: sxǫft (Zonhoven), stopsel: stø.psǝl (Zonhoven) | De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13 |
17650 | achterwerk | kont: kont (Zonhoven) | buil op het hoofd [buts, buil] [N 109 (2001)] III-1-1 |
21139 | achterwiel van een fiets | achterste rad: achterste road (Zonhoven) | het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1 |